Derde keer, goede keer?
Voor Val Saint-Lambert is het een zoveelste start: in 2002 ging de kristalblazerij een eerste keer failliet. Toen werd ze gered door de Brusselse onderneemster Sylvie Henquin, maar dat werd geen succesverhaal. In 2008 volgende een tweede faillissement. Deze keer werd de onderneming opgekocht door de Limburgse zakenman Justin Onclin, die zijn fortuin in de wijnhandel maakte.
In februari 2012 diende de kristalfabriek bij de rechtbank echter opnieuw bescherming te vragen tegen zijn schuldeisers. “Niet omdat anders een faillissement voor de deur staat, wel omdat onze verkopen op onze oude markten in Europa tegenvallen en we tijd moeten hebben om de omzet op de nieuwe groeimarkten in Azië op gang te laten komen”, zeiden de eigenaars. Zij hadden intussen zwaar geïnvesteerd in een nieuwe glasoven en in een nieuw distributienet.
Groeilanden nieuwe doelgroep
De rechtbank stemde in: eerst kreeg Val Saint Lambert bescherming tot eind augustus, maar al snel werd dat verlengd tot midden oktober. In tussentijd slaagde de kristalblazer erin om met de overgrote meerderheid van zijn schuldeisers een akkoord te krijgen over een schuldherschikking.
De rechtbank heeft nu het akkoord bekrachtigd en ook het nieuwe ondernemingsplan kreeg groen licht. Val Saint-Lambert gaat zich nu vooral richten op de opkomende gebieden zoals China, het Midden-Oosten en Rusland. Die landen kennen een groeiende middenklasse, die steeds meer luxeproducten koopt. Zo heeft Val Saint-Lambert, dat heeft 58 mensen tewerkstelt, reeds boetieks opgericht in 18 groeilanden.