Kookhuys Mafrans sleepte vorige week in Chicago de Global Innovator Award in de wacht voor het beste winkelconcept ter wereld. De Leuvense kookwinkel werd door de jury geroemd voor zijn innovatieve winkelconcept, waar klanten zelf keukenbenodigdheden zoals messen, blenders of espressoapparaten kunnen uittesten.
Alsof u in uw eigen keuken staat
De familie Mafrans lanceerde de gloednieuwe conceptstore in 2009, na bijna een eeuw ervaring in elektrische huishoudapparatuur. Klanten kunnen er aan verschillende themakookeilanden zelf uittesten welk mes het vlotst snijdt of welke grillpan de perfecte steak bakt. En ze kunnen zien én proeven welk espressoapparaat de beste schuimlaag aflevert. Ook de nieuwste culinaire trends komen aan bod: van moleculaire technieken als espuma’s tot trage garing in speciale AEG-ovens of teppanyaki.
“De organisatie van de winkel geeft klanten het gevoel dat ze in hun eigen keuken staan”, aldus de tienkoppige expertjury. “De producten worden zeer creatief en op een interactieve manier tentoongesteld, bijvoorbeeld in de Marokkaanse soek. Ook het creatieve gebruik van verlichting in de winkel draagt bij aan het design: oranje indirect licht in de koffiezone, led in de groene zone voor personal care en wasmachines, en speciale, hoge verlichting in de blauwe zone met elektrische huishoudapparaten.”
Het beste in de retailwereld
“De geselecteerden voor de GIA-award vertegenwoordigen het beste van het beste in de retailing van vandaag. Ze zijn een inspiratiebron voor andere retailers die willen vernieuwen in de markt”, aldus Phil Brandl, voorzitter van de International Housewares Association, dat de jaarlijkse Global Innovator Awards al sinds 1999 organiseert.
Zaakvoerder Vital Mafrans ziet in de award “een erkenning dat de mensen ons concept smaken. Met Kookhuys Mafrans willen we hobbykoks en liefhebbers van koken die échte shopervaring geven. We merkten al dat, dankzij onze nieuwe winkelinrichting en aangename winkelsfeer, mensen langer in de winkel bleven, en dat ze ons advies steeds apprecieerden.”
– Karin Bosteels