Vanaf 2019 wil Ikea ook in stadscentra aanwezig zijn met kleinere winkels, die vooral mensen zonder auto moeten aantrekken. De Zweedse meubelgigant hoopt daarmee in te spelen op de snel oprukkende verstedelijking en digitalisering.
Ikea in de binnenstad
Ikea experimenteert al langer met nieuwe verkoopkanalen ter aanvulling van zijn klassieke meubelwinkels buiten de stad: zo is er een proefproject om producten te verkopen via derde partijen als Amazon en Alibaba, komt er een nieuw digitaal platform waar consumenten nieuwe producten mee helpen ontwikkelen en zijn er plannen voor losstaande Ikea-restaurants in de binnensteden.
Ook kleinere winkels van Ikea, die het volledige assortiment op een beperkte oppervlakte etaleren, zijn al hier en daar te vinden in de grootsteden. Als het afhangt van de nieuwe CEO Jesper Brodin zullen er daar vanaf 2019 nog veel meer bijkomen: “Met Citystores willen we ook in het straatbeeld een vaste aanwezigheid worden, om zo vooral mensen zonder wagen over de vloer te krijgen.”
Dalende winst
De eerste nieuwe stadswinkels zullen opduiken in het Engelse Greenwich (in 2019) en de Deense hoofdstad Kopenhagen (in 2020), maar Ikea plant ook elders nieuwe vestigingen in de stadscentra. “We zijn gulzig om de binnensteden te claimen. Er lopen op dit moment al tal van experimenten”, aldus Brodin, die op 1 september van dit jaar pas de fakkel overnam van Peter Agnefjall.
Met het nieuwe winkelconcept wil Ikea niet alleen de afstand verkleinen tot de klant die steeds vaker kiest voor webwinkels en thuislevering, maar ook een oplossing bieden voor de dalende winst die het bedrijf optekent. De Zweedse meubelketen sloot het voorbije boekjaar immers af met een operationele winst van 3 miljard euro, 1,5 miljard euro minder dan vorig jaar. Een aantal winstgevende onderdelen werden weliswaar ondergebracht bij merkhouder Inter Ikea, maar snel en kordaat inspelen op de veranderende winkelgewoontes van de klant is ook voor Ikea een absolute prioriteit, zoveel is duidelijk.