Ikea wil fors groeien in China: de meubelketen opent er volgend jaar nog vier winkels. Dat Chinezen die vooral graag bezoeken om even te dutten, vindt de directie geen enkel probleem.
Als er maar bezoekers zijn
Chinezen die slapen bij Ikea: het is een fenomeen. Zodanig zelfs dat een vestiging in Peking in 2015 een slaapverbod uitvaardigde en topvrouw Anna Pawlak-Kuliga er ook vandaag nog over wordt aangesproken. Dat mag niet verwonderen, aangezien het personeel er zelfs in de winkel in Peking snel de brui aangaf om mensen continu uit de koele sofa’s en bedden te jagen.
“Het verheugt ons veel klanten te mogen verwelkomen in onze winkels, ook als ze onze winkels gebruiken om te slapen“, reageert Pawlak-Kuliga desgevraagd bij de bekendmaking van Ikea’s nieuwste expansieplannen in China. De Zweedse meubelketen plant in 2020 nog 10 miljard yuan (1,2 miljard euro) te investeren in het land. Het zal er de grootste jaarlijkse investering zijn sinds de lancering in 1998.
Vandaag telt Ikea 27 winkels in China, twee belevingscentra en 11 distributiehubs in 21 verschillende steden. Volgend jaar moeten daar nog vier vestigingen bijkomen, net als 3000 nieuwe medewerkers en een uitbreiding van de eigen onlineverkoopkanalen. Ikea wil zich volgens Inside Retail Asia op die manier aanpassen aan het nieuwe landschap in China, waarbij de onlineconcurrentie stijgt en de retail (net als de bevolking) snel verstedelijkt.