Banen belangrijker dan banken
Familiebedrijf Santens uit Oudenaarde vroeg in februari 2011 bescherming tegen zijn schuldeisers. In september van datzelfde jaar werd een deel van de groep voor 9,6 miljoen euro gekocht door de Franse sectorgenoot Descamps, maar de banken vonden die overnameprijs veel te laag: KBC en BNP Paribas Fortis hadden gerekend op zestien miljoen euro. Als de Fransen niet met méér geld over de brug kwamen, moest de rechtbank Santens maar in vereffening laten gaan, zo redeneerden de “huisbankiers” van weleer.
Het Antwerpse hof van beroep vindt de eisen van de banken nu ondergeschikt aan de werkgelegenheid: “Essentieel in het bod van Descamps is de continuïteit van de onderneming met de verdere tewerkstelling van ongeveer 200 werknemers. […] Een alternatief voor het aanbod van Descamps was er niet. Bij voorrang moet over het behoud van de economische activiteit gewaakt worden”, aldus het arrest.
Belangrijke klanten afgehaakt
Vakbonden en werknemers reageren uiteraard tevreden, al beseffen ze dat Santens nog moeilijke maanden te wachten staan. “Omdat de kans bestond dat de overname nietig zou worden verklaard en de stopzetting dus dreigde, hebben intussen een aantal belangrijke klanten afgehaakt en hun bestellingen bij concurrenten geplaatst. Zo was Santens hofleverancier bij Makro, maar dat contract is nu in handen van Clarysse”, aldus ACV-vakbondsman Luc De Decker.
Santens kampt in zijn fabriek in Oudenaarde momenteel met een vrij zware tijdelijke werkloosheid. “We vrezen dat die moeilijke periode wellicht nog tot de zomer van volgend jaar zal duren”, aldus nog De Decker.
De banken beschikken nu nog over drie maanden om (nogmaals) cassatie aan te tekenen tegen het arrest, al lijkt die kans klein. Daarvoor moeten ze immers procedurefouten kunnen inroepen. Daarnaast is het uitzonderlijk dat een partij voor eenzelfde zaak twee keer in cassatie gaat: de zaak kwam immers in Antwerpen terecht doordat een eerder arrest van het Gentse hof van beroep door de banken werd aangevochten.