Wegens ontbreken van mobiliteitsstudie
De uitspraak van de rechtbank van eerste aanleg in Gent kwam er nadat de Raad voor de Vergunningsbetwistingen vorige week had beslist dat een stedenbouwkundige vergunning die aan het winkelcomplex werd toegekend niet geldig was. Vastgoedpromotor De Kortrijkse Toren had nagelaten om een mobiliteitsrapport bij haar aanvraagdossier te voegen. Nochtans is dit verplicht voor een complex met een oppervlakte van minstens 7.500 m². Met haar 8.276 m² handels- en kantoorruimte en 271 parkeerplaatsen, overschrijdt Driespoort deze grens.
De uitbater van het winkelcomplex had het mobiliteitsrapport aanvankelijk weliswaar bij zijn aanvraag om te worden ontheven van een milieu-effectenrapport gevoegd, maar naderhand niet meer fysiek opgenomen in zijn dossier voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning. De Raad voor Vergunningsbetwistingen oordeelde nu dat dit nochtans wel degelijk nodig was.
Een omwonende had de zaak aanhangig gemaakt, omdat de komst van het winkelcomplex haar woongenot aanzienlijk zou verminderen. Ze klaagde daarbij over minder privacy, meer lawaai en meer lichthinder. Daarnaast voerde ze aan dat het complex werd opgetrokken in een zone die voor wonen was bestemd. Ook zou er een grote weerslag zijn op de mobiliteit in de buurt, waarvan de effecten niet of niet voldoende duidelijk waren. De Raad voor Vergunningsbetwistingen viel over dit laatste punt, wegens het ontbreken van een mobiliteitsrapport in de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.
Rechter beveelt sluiting winkels
Met het arrest van de Raad voor de Vergunningsbetwistingen trok de omwonende naar de rechtbank in Gent, waar ze een eenzijdig verzoekschrift indiende. Ze hekelde er het feit dat de projectontwikkelaar zijn activiteiten voortzette, hoewel er nog beroepen tegen de vergunning liepen.
De rechter legde De Kortrijkse Toren op basis van een eenzijdig verzoekschrift meteen op om alle werken aan de gebouwen en terreinen stil te leggen. Voorts moet de exploitatie van alle winkels onmiddellijk worden gestaakt, op straffe van een dwangsom van 2500 euro per dag, met een maximum van 250.000 euro. De tegenpartij had aanvankelijk een som van 50.000 euro gevraagd.
De beschikking blijft geldig tot er een nieuwe uitspraak is in een van de hangende administratieve procedures. De Raad voor Vergunningsbetwistingen legde de bestendige deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen alvast op om hierover binnen de vier maanden een beslissing te nemen.
Verzet tegen de uitspraak
De Kortrijkse Toren kondigde reeds aan verzet aan te tekenen tegen de uitspraak. Meester Steve Ronse van het advocatenkantoor Publius, dat de zaken voor De Kortrijkse Toren behartigt, verwacht dat het dossier volgende maandag voor de rechtbank kan komen.
De uitbater van het winkelcomplex zegt ook dat er intussen van het sluiten van de winkels, zoals gevraagd in de uitspraak, helemaal geen sprake is. “Er is een bouwvergunning verleend in 2013 en is een bouwvergunning verleend in 2014. De huidige infrastructuur van Driespoort Shopping Deinze is gebouwd op basis van de vergunning van 2014 en volkomen rechtsgeldig”, aldus Hendrik De Keukeleire van De Kortrijkse Toren. “Het is de bouwvergunning van 2013 die betwist wordt door de Raad van Mededinging. We gaan die administratief in orde brengen.” In de aanvraag van 2014 werden de plannen, die in 2013 werden ingediend, wat aangepast.
De Kekeleire hekelt ook de uitspraak op eenzijdig verzoekschrift: “Wij hebben ons daar niet kunnen tegen verdedigen. De rechter heeft uitspraak gedaan zonder ons te horen. We vragen ons ook af hoe een eenzijdig verzoekschrift, dat toch alleen kan voor hoogdringende zaken, op ons winkelcentrum toegepast kan worden. Wij hebben op basis van een toegekende bouwvergunning gebouwd en ons project is volop operationeel. Ik zie niet in welke onherstelbare schade we intussen zouden kunnen aanrichten aan de klager.” Hij verwacht volgende week dan ook dat een tegensprekelijk debat voor de rechter tot een andere conclusie zal leiden.
Voorts is De Keukeleire niet te spreken over de uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. “We hadden een mobiliteitsstudie, maar die is alleen niet op papier ingediend. Is dat niet achterhaald in dit digitale tijdperk? Volgens ons gaan nu veel projectontwikkelaars schrik krijgen.”