Contracten tot maximaal één jaar
De voorbije twee jaar openden in zowat een kwart van de Vlaamse gemeenten pop-upwinkels de deuren en zestien procent heeft intussen een beleid ontwikkeld om tijdelijke handelszaken te ondersteunen. Huurcontracten van handelszaken van minder dan één jaar zijn nu echter nog niet geregeld, en dat moet anders volgens Lorin Parys en Jos Lantmeeters: “Door met contracten van maximaal één jaar te werken, loopt de verhuurder niet het risico voor 36 jaar aan een lagere huurprijs te zijn gebonden, terwijl de huurder geen drie jaar lang huur zal moeten betalen indien zijn concept niet aanslaat.”
De verhuurder zou dat contract niet kunnen opzeggen, de huurder wel – mits inachtneming van een termijn van drie maanden. Beide partijen zouden een huurprijs moeten afspreken die alle lasten en taksen omvat (behalve dan de nutsvoorzieningen) en een stilzwijgende verlenging van het contract zou niet mogelijk zijn.
Vandaag deinzen flink wat eigenaars er immers voor terug om hun winkelpand voor korte termijn en aan een lagere prijs te verhuren: “Ze vrezen namelijk onder de rigide handelshuurwet te vallen, waardoor ze voor een periode van negen jaar aan een minder lucratief contract vast zitten, dat bovendien driemaal kan worden verlengd. En dus zien ze hun pand liever enkele jaren leegstaan, in de hoop het later voor een betere prijs en een langere periode te kunnen verhuren”, zegt Jos Lantmeeters.
Ook voor huurders houdt die wetgeving een risico in: “Ze kunnen drie jaar vastzitten aan een huurprijs, terwijl hun concept geen succesformule blijkt. Er bestaat wel een ‘omweg’ via een zogeheten ‘bezetting ter bede’, maar ook die biedt weinig rechtszekerheid”, zegt Lorin Parys.
Beide N-VA’ers hebben intussen een uitgewerkte conceptnota ingediend bij het Vlaams Parlement. “Het is een aanzet voor debat – we vragen hoorzittingen met alle betrokken partijen – en voor een nieuw decreet. We hopen dat we zo de handel snel een boost kunnen geven en lokale besturen versterken in hun beleid.” Eerder had bevoegd minister Liesbeth Homans, nochtans ook van N-VA, gezegd dat er “geen aparte regelgeving nodig” was voor pop-ups. Dat behoorde volgens haar immers tot “de lokale autonomie”.