De online apotheek Newpharma, waarvan de familie Colruyt hoofdaandeelhouder is, trekt naar het Grondwettelijk Hof voor de nietigverklaring van twee wetten. Die zouden immers de ontwikkeling van de sector afremmen en de vrije concurrentie belemmeren.
Onzekerheid
Newpharma vecht eerst en vooral de wet van 30 oktober 2018 aan, die apothekers die online verkopen verbiedt om een deel van hun activiteiten uit te oefenen buiten het kadastraal perceel waarop de apotheek gevestigd is. In de wet is wel een uitzondering voor e-commerce voorzien, maar de inwerkingtreding ervan moet geregeld worden via een Koninklijk Besluit. In de praktijk komt het erop neer dat de volgende regering de uitzondering moet goedkeuren, wat voor veel onzekerheid zorgt bij het bedrijf, zeker tegen de achtergrond van een geplande uitbreiding.
“Net als vele anderen zijn wij met onze website voor onlineverkoop gestart vanuit het kantoor achter in onze apotheek, in het centrum van Luik. Wegens het succes, en om de service te garanderen die het beroep waardig is, werden we al snel gedwongen de stocks en de logistieke keten te verplaatsen, ook al moesten we tegelijk dicht bij onze praktijk blijven (…). Ondertussen bieden we werkgelegenheid aan meer dan 100 mensen en plannen we stevig te investeren in de bouw van een site van meer dan 20.000 m², in een van de regio’s in België die er het meest nood aan heeft”, zegt CEO Jérôme Gobbesso.
Een andere wet verbiedt apothekers om producten te promoten en reclame te maken. Dat is vooral voor online apotheken een enorme handicap, stelt Gobbesso. “Om te functioneren kan een fysieke apotheek rekenen op het cliënteel uit de buurt, en de natuurlijke passage. Online is dat een heel ander verhaal: maak je jezelf niet kenbaar, al was het maar via links in zoekmachines, dan ben je ten dode opgeschreven. Dergelijke wetgeving zorgt er bovendien voor dat we met ongelijke wapens strijden tegen Nederlandse en Duitse concurrenten, die van soepelere wetgeving in hun land genieten om uit te breiden en schaamteloos promotie te voeren bij ons.”