Traditionele arbeidsomgeving maakt schapen van werknemers
J.S.: “Als we gaan werken, blijven we in dat stramien zitten. We doen wat ons gevraagd wordt, wat ons in onze functiebeschrijving wordt opgelegd. Ze hebben daardoor van ons schapen gemaakt die achter de draad moeten blijven zitten. We kunnen er hoogstens eens mekkeren. Vroeger leverde die handelswijze nog resultaat op.
Bij een aanwervinggesprek vroeg men of je een job graag wou doen. Was het antwoord positief, dan kon je aan de slag. De manager zei je eerst wat je moest doen en hoe je het moest doen en nadien controleerde hij of je werk goed gedaan was. Het traject was heel voorspelbaar.
Dat kwam omdat we toen in een tijd van informatiearmoede leefden. We moesten wel luisteren naar slimmere mensen. Eerst in het onderwijs, waar de leraar of de professor per definitie iemand was die alles beter wist. Nadien gingen we werken bij iemand die het beter kon dan wijzelf: we stelden ons daar geen vragen bij. Ik noem dat het 2D-tijdperk, waarin duidelijk vastlag wat in welke situatie van iemand werd verwacht.”
Het internet zorgt voor een verschuiving van 2D naar 3D
“Vandaag is dat anders: het internet geeft de mogelijkheid om nieuwe informatie te verwerven, op te slaan en door te geven. Die hoeveelheid van informatie groeit exponentieel sneller dan onze capaciteit om ons de informatie eigen te maken. Je kan nu slimmer zijn dan je lesgever of iets beter kennen dan je chef op het werk. Je weet nu ook niet meer in welke richting iets gaat evolueren.” Deze evolutie noemt Staes dan ook “de verschuiving naar 3D”.
J.S.: “Daardoor moet een goede manager nu vragen of je wil deel uitmaken van een wereld in evolutie, of je bereid bent mee te veranderen en of je daarvoor levenslang wil leren. Wie vroeger de leiding had, moet nu zelfs een stapje opzij durven zetten om ruimte te geven aan mensen die passie en talent hebben voor wat komen gaat. Het komt erop aan om het beste uit iedereen naar boven te halen.
We gebruiken meestal niet meer dan tien procent van de mogelijkheden die in een mens of in een organisatie aanwezig zijn. Nu komt het vaak maar tot uiting dat mensen veel meer kunnen dan ze ooit hebben laten zien op het moment dat ze met pensioen gaan, omdat ze dan van het dwingende keurslijf verlost worden.
Van elke tien mensen in een organisatie zeggen er maar twee dat ze gepassioneerd zijn door hun werk. Daarnaast zijn er zes die gewoon hun uren komen doen en hun voorgekauwde functie komen uitoefenen, noem ze maar de kuddeschapen. En dan zijn er nog twee die tegendraads zijn, zeg maar de zwarte schapen.”
Ook retail telt meerderheid van schapen
J.S.: “Net als in andere sectoren merk je ook in de retail dat een aantal mensen ’s ochtends binnenkomen en ’s avonds weer buitengaan en daartussenin gewoon doen wat hen is opgelegd. Dat zijn de schapen, die de passie missen om de consument van vandaag te blijven volgen.
De medewerkers in de retail zouden nu meer moeten openstaan voor de nieuwe media en die omarmen. Wie in een pashokje staat, kan een foto maken en vervolgens via de sociale media aan zijn vrienden vragen of hij of zij er goed mee staat. Het personeel moet aandacht hebben voor die evolutie. Je moet mensen hebben die in het informatietijdperk thuis zijn, die meewillen met wat de klant wil, die daardoor gepassioneerd zijn.”
Pleidooi voor het afschaffen van diploma’s
Staes wijt deze problemen toch vooral aan het onderwijs: “Het gebrek aan aandacht voor de veranderingen komt grotendeels door onze manier van opleidingen. Bij de aanwerving kijken we of mensen het juiste diploma hebben. Hebben ze voldoende kennis over een bepaalde materie kunnen verwerven in een bepaalde tijd? Maar we weten niet of ze passie hebben en of ze de leerbereidheid hebben om zich aan te passen aan de veranderingen.
Daarom pleit ik voor diplomavrij onderwijs en voor de afschaffing van de leerplicht. Laat de mensen in modules volgen wat ze graag willen leren. Nu kweek je immers mensen die een bepaald diploma verwerven en nadien binnen de grenzen van dit diploma blijven werken omdat het hen zo is voorgekauwd, terwijl we net behoefte hebben aan gepassioneerde innovatieve krachten.
Vandaag zitten we in een crisis. Dan zijn twee uitkomsten mogelijk: ofwel vinden we er een creatief antwoord op en komen we er sterker uit, ofwel gaan we ten onder. Het is zoals met het einde van de stomme film: die vormde een bedreiging voor wie niet goed kon spreken, maar gaf oneindige mogelijkheden aan wie zich wel kon aanpassen.
Hierin zit ook een enorme opdracht voor onze organisaties. Ze hebben een grote behoefte aan cultuurinnovatie. Bieden zij een voedingsbodem om de creativiteit naar boven te laten komen of niet? Als je als bedrijf sneller nieuwe producten op de markt wil brengen of sneller nieuwe concepten wil uittesten, dan kan je dat niet met schapen. Dan moet je mensen hebben die gepassioneerd zijn. Het wordt hoog tijd dat onze HRM-diensten zich hieraan aanpassen.”
Wie Jef Staes live wil bezig horen, kan op donderdag 12 september naar het RetailHouse in Antwerpen komen, waar Jef Staes een workshop zal leiden in het kader van het RetailPodium.