De groei van tweedehands is geen bedreiging voor de modemarkt, wel een deel van de oplossing, zegt CEO Peter De Sutter van e5. “Het laagkwalitatieve fastfashionsegment zal er wél onder lijden.”
Bewust omgaan met kledij
De term “duurzaamheid” wil e5 zoveel mogelijk vermijden. “Dat woord is al te vaak misbruikt, het is gebanaliseerd”, vindt De Sutter. Wel spreekt de moderetailer over “bewust omgaan met kleding”. Het bedrijf stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat kleding effectief zo lang mogelijk gedragen wordt, kan gerepareerd worden, een tweede leven kan krijgen en kan gerecycleerd of geüpcycled worden. “We hebben een lange lijst initiatieven die daartoe bijdragen, al zal je ons niet horen beweren dat we een volledig duurzaam bedrijf zijn.”
Het verst staat e5 met het terugnemen van kledij: “We slagen erin om het equivalent van het volume aan kleding dat we produceren en rechtstreeks verkopen, een tweede keer in omloop te brengen. Tijdens onze Refive Days, twee keer per jaar, zamelen we gebruikte kledij in. Afgelopen seizoen ging het om 415 ton ingezamelde kleding of 1,7 miljoen stuks. Die doneren we aan Oxfam. De ingezamelde kwaliteit is zo hoog dat meer dan driekwart opnieuw aan consumenten wordt aangeboden, waarvan meer dan de helft in België. We zijn op dat vlak werkelijk circulair. Ik denk dat we hierin wereldkampioen zijn: geen enkele andere moderetailer doet dat in deze verhouding .”
Ook een lokaal én sociaal verhaal
De retailer heeft bewust gekozen voor een exclusieve samenwerking met Oxfam. “We delen een langetermijnvisie: we vinden dat Oxfam perfect geplaatst is, omdat zij ook nog eens de lokale sociale economie aandrijven. Die steunen we zo ook. Zo is het niet alleen een circulair, maar ook een sociaal verhaal: mensen kunnen daardoor weer stappen zetten naar het reguliere circuit. Dat zijn mooie projecten. Het motiveert ons en het past perfect binnen ons verhaal. Denk aan de kritiek op tweedehandsketen Think Twice: van die circuits willen we ons distantiëren.”
Of tweedehands dan geen bedreiging vormt voor de modemarkt, zoals wel meer waarnemers denken? “Inderdaad gaat tweedehands een stuk van de markt innemen. Je kan al zeer kwalitatieve tweedehands kopen tegen een lagere prijs dan niet-kwalitatieve eerstehands. Maar de markt die daaronder gaat lijden is niet de kwalitatieve first hand-markt waar wij voor staan: ons publiek wil on trend zijn en koopt graag ook nieuwe stuks.”
Complementaire business
De laagkwalitatieve fastfashionmarkt gaat er wél onder lijden, denkt De Sutter: “Ik zie het bewustzijn toenemen: die goedkope dingen dragen niet lekker, het is vaak polyester, de pasvormen zijn niet oké, het scheurt… Dan kopen mensen liever iets kwalitatiefs tweedehands tegen een even lage prijs.” e5 ziet tweedehands daarom niet als een bedreiging, wel als een zeer complementaire business die nodig is om een deel van de oplossing te zijn.
Het weegt niet op de nieuwverkoop, zegt de topman: “Wij repareren bijvoorbeeld steeds meer – ook stukken die niet van bij ons komen. Dan kan je zeggen: een stuk dat de mensen bij ons laten herstellen, is een stuk dat ze niet nieuw bij ons kopen. Maar I couldn’t care less. Ik heb liever dat e5 bekend staat als een huis van vertrouwen dat bewust omgaat met kleding. Want textiel is één van de meest vervuilende sectoren ter wereld, die afvalbergen in Afrika bestaan, fast-fashion bestaat, de wegwerpkledijcultuur bestaat, en dat is echt niet oké.”
Hoe e5 bewust omgaat met mode? Peter De Sutter belicht meer initiatieven tijdens het RetailDetail Fashion & Lifestyle Congress op 8 mei in Antwerpen. Ook Erik-Jan Mares van Zeeman en Elly Zwinnen van INNO betreden die dag het podium. Volgende week kondigen we bijkomende sprekers aan. Meer info en een link naar tickets via de knop hieronder.