Voor 10 miljoen dollar aan garanties
Ruim een jaar geleden stortte nabij de hoofdstad Dhaka het Rana Plaza-complex in, waarbij meer dan 1.100 textielarbeiders het leven lieten. Het legde meteen de schrijnende omstandigheden bloot waartegen kledij voor de Westerse markt werd gemaakt.
Om iets aan de toestand te verhelpen, heeft VF Corp (de groep boven The North Face, Kipling, Timberland, Vans en Wrangler) nu een akkoord gesloten met International Finance Corporation (IFC), een onderdeel van de Wereldbank. De Amerikaanse groep stelt zich daarbij voor 10 miljoen dollar (8 miljoen euro) garant voor de leningen die IFC aan zijn Bengaalse leveranciers gaat verstrekken om de veiligheid voor hun werknemers te verbeteren. Het gaat om kredieten van 100.000 dollar (81.000 euro) tot 1,3 miljoen dollar (1 miljoen euro) per dossier.
Borgstelling leidt tot goedkopere kredieten
Door de garantie van VF Corp kan IFC de leningen goedkoper ter beschikking stellen. De organisatie moet niet langer een hoge risicopremie voor wanbetaling inbouwen.
Arunima Sportswear, Olio Apparels en Radisson Apparel maakten als eerste Bengaalse leveranciers van VF Corp gebruik van de gunstige financieringsmogelijkheid.