LVMH mag Tiffany & Co overnemen van Europa. Dat heeft de concurrentiewaakhond beslist. Al is het groene licht dit keer helemaal niet welkom: de Vuitton-moeder wil per se van onder de deal uit muizen.
Tegen de zin van LVMH
Van de Europese mededingingsautoriteiten mag LVMH de Amerikaanse juweliersketen Tiffany & Co overnemen. Er is geen gevaar voor monopolievorming of een beperking van de keuzevrijheid van de consument, oordeelt de concurrentiewaakhond, dus krijgt de deal van 16,2 miljard dollar van Europa groen licht. Daarmee is een belangrijk obstakel voor de acquisitie uit de weg geruimd.
Maar opvallend genoeg is dat niét het gewenste resultaat, althans niet voor LVMH. Het moet een van de eerste keren in de geschiedenis zijn dat een overnemer verveeld zit met een goedkeuring van de concurrentie-autoriteit. Er zit namelijk een flink haar in de boter tussen Tiffany en het Franse luxehuis, en LVMH zoekt koortsachtig naar een uitweg uit de overnamedeal.
Juridische strijd
Sinds de coronacrisis zit de luxesector in een historische dip en bij Tiffany’s kelderden de verkoopcijfers aanzienlijk. Ook de toekomst ziet er niet rooskleurig uit: analisten verwachten voor het hele jaar 35% minder omzet en zolang het virus ervoor zorgt dat Chinezen minder naar het Westen reizen, zal ook het herstel op zich laten wachten.
Tiffany & Co wil daarentegen wel dat de acquisitie doorgaat. Het is dan ook de juweliersketen die trots bekendmaakt dat Europa alvast zijn zegen geeft. Beide bedrijven zijn inmiddels verwikkeld in een juridische strijd, waarbij het allesbepalende proces op 5 januari van start gaat.