Sycamore doet er alles aan om onder een eerdere overnamedeal met L Brands uit te komen. Met die overeenkomst zou de investeerder een belang van 55% nemen in lingeriebedrijf Victoria’s Secret, maar door de coronacrisis zijn alle winkels van de keten intussen gesloten.
Schending voorwaarden
Sycamore argumenteert dat L Brands de voorwaarden van de overnamedeal ter waarde van 525 miljoen dollar (480 miljoen euro) heeft geschonden, door bijna alle Victoria’s Secret en Pink-filialen wereldwijd te sluiten. Alleen in Noord-Amerika gaat het om meer dan duizend winkels. In de aanklacht stelt de investeringsmaatschappij ook dat L Brands andere acties heeft ondernomen die het lingeriebedrijf kunnen schaden, zoals het grootste deel van het personeel op non-actief plaatsen en de huur niet betalen.
“Dat deze acties zijn ondernomen als gevolg van of als reactie op de covid-19-pandemie, doet geen afbreuk aan de duidelijke schendingen van de transactieovereenkomst door L Brands”, stelt Sycamore. L Brands van zijn kant noemt de beëindiging van de overeenkomst door Sycamore ongeldig. Het bedrijf zal “alle mogelijke juridische middelen inzetten om zijn contractuele rechten af te dwingen“, schrijft Reuters.
Nieuwe deal?
Volgens Eric Talley, professor aan de Columbia Law School, wordt de soep wellicht niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. In de gegeven omstandigheden acht hij een heronderhandeling van de deal niet onwaarschijnlijk.
Op basis van de oorspronkelijke overeenkomst die tot stand kwam in februari zou L brands een belang van 45% in Victoria’s Secret behouden. Door de verkoop van een meerderheidsbelang zou het bedrijf zich kunnen concentreren op het beter presterende merk Bath & Body Works, een verkoper van badproducten en lotions, die vooral vestigingen heeft in winkelcentra in de Verenigde Staten.