Jarenlange juridische strijd
De sperperiode voor de solden is al langer een doorn in het oog van sommige ketens, die soms ronduit weigerden de wetgeving op te volgen. Daaruit ontwikkelde zich een lange juridische strijd (met als protagonisten onder andere ZEB en Unizo), die via het Hof van Cassatie naar het Europees Hof van Justitie voerde. Lange tijd bleven winkeliers in onzekerheid aangezien de rechtbanken maar wat naar elkaar bleven kijken, maar nu zit er toch weer wat beweging in de kwestie.
Het Belgische Hof van Cassatie stelde de vraag aan het Europese Hof van Justitie naar aanleiding van een geschil met warenhuisketen Galeria Inno. Deze beloofde in december 2007 al kortingen tot 50 procent aan vaste klanten, al enkele weken voordat de koopjesperiode officieel van start ging.
Eerder had het Brusselse Hof van Beroep dezelfde vraag al gesteld aan het Europese Hof van Justitie in een rechtszaak tussen het ministerie van Economie, het Nationaal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) en kledingketen ZEB, die de sperperiode openlijk aan zijn laars lapt.
De Belgische rechter had toen het Europese antwoord evenwel te vaag geacht en besloten te wachten op het antwoord in de Inno-zaak vooraleer een oordeel te vellen. Dat is er nu dus gekomen: van Europa krijgt de omstreden sperperiode groen licht, zij het onder erg strikte voorwaarden…
“Als en alleen als”
De grootste discussie ging over het doel van de sperperiode: is die voor de consument of voor de handelaar? Was het doel van de richtlijn geweest om de consument te beschermen, dan was de wet wel illegaal geweest volgens de regels van de Europese Unie. Als de sperperiode (en meer specifiek het verbod op het aankondigen van kortingen in die periode) er uitsluitend is om concurrentiële redenen, is er geen vuiltje aan de lucht: de wet regelt dan enkel de onderlinge concurrentie tussen handelaars.
Zelfstandigenorganisatie Unizo reageert alvast “verheugd” op de beslissing van het Europees Hof: “Deze uitspraak is een hoogdag voor de zelfstandige modesector”, zegt directeur distributie Luc Ardies. Het Hof van Cassatie had immers eerder aangegeven te geloven dat de Belgische overheid de eerlijke concurrentie wil garanderen in de modesector: zolang die motivatie niet verandert, is de sperperiode in principe wettelijk.
Toch is de discussie rond de sperperiode nog steeds niet van de baan. Alles zal ervan afhangen hoe het Hof van Cassatie uiteindelijk de soldenwet interpreteert, want moest deze oordelen dat er toch een element van consumentenbescherming – hoe klein ook – achter de sperperiode schuilgaat, is de sperperiode wél weer onwettig. Afwachten is dus nog altijd de boodschap.
“En dan nog zal de uitspraak van het Hof van Cassatie enkel gelden tussen Inno en de Belgische staat. Dat houdt anderen niet tegen om de Belgische wet alsnog aan te vechten voor de Belgische rechtbanken,” voegt Pieter Brulez, onderzoeker aan het instituut voor Contractenrecht van de KULeuven, toe.
(Update door Pauline Neerman)