De Duitse modegroep s.Oliver verwacht 2021 weer af te sluiten met winst, nadat de verliezen in 2020 opliepen tot 60 miljoen euro. Na een fikse reorganisatie en pandemie-afboekingen gelooft het kledingconcern opnieuw in fysieke expansie.
Weer geloof in winkels
De prognose voor 2021 is positief, kondigt de Duitse modegroep aan. Hoewel er nog enkele maanden lockdowns waren, verwacht het bedrijf dit jaar weer winst te maken. De Duitse groep gaat er ook prat op dat ze de coronacrisis heeft overleefd zonder extern kapitaal en tot op vandaag een solvabiliteitsratio van boven de 70% heeft.
Dankzij die solide financiële structuur kan s.Oliver nu weer flink gaan investeren, klinkt het tegenover Main Post. Het concern uit Rottendorf wil de collecties sneller gaan ontwikkelen, verder digitaliseren en zijn merken aantrekkelijker maken. Afgelopen zomer nam de groep nog het merk Copenhagen Studios over. Tegelijk blijft s.Oliver geloven in fysieke retail: in het lopende jaar opende de holding nog verschillende eigen winkels en ging de groep ook in Rusland en Servië van start.
75 miljoen euro coronakosten
2020 kleurde nochtans behoorlijk rood: de omzet daalde toen met 21,3% tot ongeveer een miljard euro, terwijl de winst kelderde tot 60,5 miljoen euro onder nul. Het bedrijf moest herstructureren en gaf zo 170 van de 1500 medewerkers op het hoofdkantoor de bons. Ook verminderden heel wat voorraden en bestellingen in waarde door de coronapandemie. Zonder die eenmalige kosten (meer dan 75 miljoen euro) zou het bedrijfsresultaat wellicht 15 miljoen euro bóven de streep zijn geëindigd.
“In het licht van de coronapandemie lag de nadruk op de gezondheid van de werknemers, het veiligstellen van de liquiditeit en het stabiliseren van het bedrijf”, zegt het bedrijf zelf. Het noemt zijn resultaten al bij al “bevredigend”, omdat het slaagde er namelijk in om de kostenstructuur aanzienlijk lichter te maken.