Belgen kopen een derde van hun kleding online en op twee jaar tijd is het aantal tweedehandsshoppers verviervoudigd. Het zijn trends die de fashionmarkt sinds de coronapandemie blijvend veranderen, analyseert budgetbeheerapp Cake. Maar wie is nu de grootste moderetailer?
Terug naar niveau 2019
De Belgische fashionmarkt klimt geleidelijk uit het dal van 2020, toen ruim een vijfde minder van het gezinsbudget naar kleding ging. Het dieptepunt was de lockdown van april 2020, toen maar 14,5% van de Belgen kleren kocht. De zomersolden van 2021 haalden gelukkig weer het pre-coronaniveau van 2019 en in het voorbije derde kwartaal gaven mensen zelfs meer uit aan kleding. Niet alleen gingen meer mensen shoppen, ze kochten ook voor een hoger bedrag.
Vorig jaar speelde de verplichte winkelsluitingen een grote rol: over het algemeen ging een derde van alle fashionomzet (36,7%) naar retailers van eigen bodem, maar tijdens de lockdowns was dat nog maar 22%. Dat blijkt uit de data-analyse van Cake, een app die consumenten hun budget laat beheren en cashbacks aanbiedt. Voor bedrijven levert de app transactionele data-intelligentie.
Lokaal en toch online
Retailers met sterke webshops waren vorig jaar in het voordeel, ook lokaal. Ten gevolge van de ‘koop lokaal’-campagnes en stevige online aanwezigheid, wist met name Schoenen Torfs zijn marktaandeel (in aantal transacties) te verdubbelen tot 10,7% in april 2020. Nadien viel dat weliswaar terug, maar ook JBC steeg tot 9,3% marktaandeel in de eerste lockdown.
Wie vandaag qua omzet de grootste moderetailers in België zijn? Zalando steekt er met kop en schouders bovenuit, met een marktaandeel van ruim 20%. De Duitsers worden gevolgd door JBC (7,5%), C&A (7,3%), AS Adventure (6,8%) en H&M (6,6%) – zie de grafiek onderaan dit artikel. Al is die top vrij Vlaams gekleurd: in Wallonië en Brussel nemen Zara (6,6%) en Primark (5%) de plaats in van JBC en AS Adventure. Opvallend is trouwens dat Primark in Vlaanderen slechts 1,8% marktaandeel haalt.
Tweedehands: prijs, niet milieu
Steeds meer marktaandeel wordt afgesnoept door tweedehandsverkoop. Omdat die aankopen vaak tussen consumenten onderling (Facebook Marketplace of 2dehands.be) en cash gebeuren, is het echter moeilijk om precieze data te kennen. De gegevens waar Cake over beschikt, zijn maar het topje van de ijsberg.
Uit dat topje blijkt alvast dat bijna één Belg op tien minstens één tweedehandsaankoop deed in 2020, of dat nu kleding of andere items waren. In 2021 werd de stijging zelfs spectaculair: het aantal tweedehandskopers is bijna verdubbeld ten opzichte van 2019 en de trend blijft aanhouden. In de mode is dat vooral te danken aan Vinted, in België goed voor liefst 91,5% van alle (geregistreerde) transacties. De tweedehandsmarkt moet het ook van de jongeren hebben: hoe jonger, hoe meer ze tweedehandsshoppen. Zo is bijna 60% jonger dan 40 jaar en een kwart zelfs jonger dan 25 jaar.
Het argument om tweedehands te kopen blijkt eerder de prijs dan duurzaamheid te zijn, want opvallend genoeg geven tweedehandsshoppers ook meer uit bij fastfashionmerken dan anderen. Cake rekende het uit: 4,4% van de Primark-kopers koopt ook via Vinted, en ze doen dat voor een gemiddeld maandelijks bedrag dat groter is (56 euro) dan wat ze bij Primark besteden (53 euro). Primark verliest zo 7,1% van zijn omzet aan tweedehands, een vergelijkbaar percentage als H&M en Zara. Tweedehandskleding snoept in totaal tot 2,5% omzet af van de tien grootste fashionretailers.
Winkels niet te vervangen
Pakt ook e-commerce omzet af? In het afgelopen jaar kwam inderdaad al 31% van de fashionomzet uit onlineverkoop. Het ziet er een blijvende stijging uit sinds de pandemie: nog steeds is er 10% meer e-commerce dan eind 2019. Hoewel corona een boost gaf aan de online fashionbestedingen, maakte het de verliezen door de winkelsluitingen niet goed: in april 2020 bleef de totale marktomzet steken op amper 38% van die in 2019. E-commerce kan de winkels dus niet helemaal vervangen en “de lockdowns hebben duidelijk gemaakt dat fysieke winkels cruciaal blijven in fashion”, besluit Cake.