Sportmerk Puma presteerde in 2010 een recordomzet, vooral te danken aan het WK voetbal in Zuid-Afrika. Ook de winst groeide spectaculair, ondanks toenemende druk op brutomarges. Puma is bijgevolg zeer optimistisch over de toekomst, al liggen er nog andere rovers op de loer.
Recordomzet na WK.
In 2010 behaalde een omzet van 2,71 miljard euro. Het is het hoogste cijfer dat het Duitse bedrijf tot nu toe heeft bereikt en een stijging van 11% ten aanzien van boekjaar 2009. Pumas sponsoring van zeven landenteams op het WK deze zomer hebben ongetwijfeld flink bijgedragen tot deze piek.
Hoewel stijgende grondstofprijzen en arbeidskosten druk uitoefenden op de brutowinstmarges van het bedrijf, groeide ook de winst stevig. Een stijging van maar liefst 145% bracht de nettowinst op 202,2 miljoen euro.
Puma kon bovendien een gemiddelde brutomarge behouden van 49.7% voor het gehele jaar. In het laatste kwartaal zakte die marge evenwel naar 45%. Het merk bevestigt met die resulaten zijn derde positie in de wereldranglijst van sportartikelfabrikanten, na respectievelijk Nike en Adidas.
Li-Ning nieuw roofdier in Europa.
Dit jaar kan Puma echter weleens concurrentie krijgen van het Chinese sportmerk Li-Ning. Althans, dat hopen ze bij Li-Ning zelf toch. Het sportmerk plant een nieuw offensief op de Europese markt. Li-Ning koestert de ambitie voor 2018 uit te groeien tot een van de vijf grootste sportmerken ter wereld.
Het merk is reeds een tijdje aanwezig op de Europese markt, maar heeft nog niet voldoende weten door te stoten. Nog een onbekende in de Benelux, heeft Li-Ning bijvoorbeeld wel al een plekje weten te veroveren in Spanje. Daarom voert het nu een grootscheepse distributiehervorming door.
In dat kader heeft Li-Ning een samenwerking gesloten met de Finse L-Fashion Group voor de distributie van het merk in de landen Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Slovenië, Kroatië, Finland en Rusland. De zomercollectie van 2012 zou daar reeds moeten worden vertegenwoordigd.