Na een week van protesten zijn kledingfabrikanten in Bangladesh overeengekomen om de lonen van werknemers te verhogen. Dat maakt de Bengalese minister van Handel bekend, die de arbeiders oproept om weer aan de slag te gaan na de hevige demonstraties – behalve dan de “paar honderd” die hun activisme moesten bekopen met ontslag.
Protesten tegen loonsverhoging
Sinds vorige week komen textielarbeiders in Bangladesh op straat uit protest tegen de nieuwe loonvoorwaarden. In september had de Bengalese overheid een loonsverhoging doorgevoerd die vanaf december in zou gaan, maar textielwerkers en hun vakbonden menen dat de verhoging – de eerste in vijf jaar tijd – onvoldoende is voor de snel stijgende levenskost. Ze klagen ook aan dat de stijging niet voor alle loonschalen geldt, waardoor ze voor slechts een deel van alle klerenmakers en -maaksters van toepassing is.
Bij de protesten viel al minstens één dode en tientallen gewonden, toen betogers vorige week woensdag een verbindingsweg probeerden te blokkeren. Afgelopen zondag kwam het opnieuw tot schermutselingen tussen demonstranten en de politie. Daarbij raakten minstens twintig mensen gewond.
Nieuwe loonvoorwaarden vanaf januari
Naar aanleiding van de protesten heeft de pas herverkozen regering – op 30 december trokken de Bengalezen naar de stembus – een comité samengeroepen van fabrieksuitbaters, vakbondsafgevaardigden en overheidsambtenaren om de looneisen te bespreken. Alle partijen hebben zich akkoord verklaard om voor zes van de zeven loonschalen een nieuwe verhoging door te voeren. Alleen het minimumloon, dat in september was opgetrokken, blijft onveranderd.
De nieuwe loonsverhoging wordt al in januari doorgevoerd, belooft handelsminister Tipu Munshi, die de arbeiders oproept om weer vredig aan de slag te gaan. Amirul Huq, die de vakbondsleiders in het panel vertegenwoordigde, toont zich volgens Fashion Network alvast tevreden: “De verschillen in de loonstructuur zijn opgelost door de tussenkomst van de minister. We verwelkomen de nieuwe lonen. Als vakbonden hebben we het recht om te protesteren, maar dat betekent niet dat we fabrieken moeten vernielen of wegen moeten blokkeren. Werknemers zullen weer aan het werk gaan.”
Dat laatste geldt echter niet voor honderden werknemers, die werden ontslagen omdat ze waren meegestapt in de protesten. Vakbondsbronnen hebben het in Fashionnetwork over “minstens 750 werknemers alleen al in Ashulia, een voorstad van de hoofdstad Dhaka.” “Het is oneerlijk. De eigenaars (van de bedrijven) doen dat om een klimaat van angst te veroorzaken, opdat niemand nog zou durven betogen of hogere lonen eisen”, klinkt het bij een vakbondslid dat anoniem wil blijven, want “De politie heeft me gezegd hier geen probleem rond te maken. Anders zou men me laten verdwijnen.”
Hoe het verder moet met het internationale Akkoord rond veiligheid en betere werkomstandigheden, dat er kwam na de ramp van Rana Plaza in 2013, is nog niet geweten. Op 21 januari wordt een uitspraak over het ingestelde hoger beroep verwacht. Deze moet beslissen of het Akkoord nog internationaal toezicht mag houden in de fabrieken in Bangladesh of de controle aan de Bengalese overheid moet overlaten.