De sperperiode ligt onder vuur als gevolg van Europese rechtspraak die de geldigheid ervan in vraag stelt. Er gaan dan ook stemmen op om ze al in 2017 wettelijk af te schaffen, maar Mode Unie en UNIZO vragen de bevoegde ministers een jaar uitstel.
“Noodzakelijke overgangsperiode”
In de nasleep van de uitspraak van Europa lieten KMO-minister Willy Borsus (MR) en economieminister Kris Peeters (CD&V) al weten de huidige soldenwetgeving te willen evalueren met de betrokken sectoren. Peeters liet daarbij al verstaan dat hij de sperperiode wil afschaffen. Mode Unie en UNIZO vragen echter een overgangsperiode te voorzien en de afschaffing van de sperperiode pas te laten ingaan vanaf 2018. “Op die manier krijgt iedereen de kans om zich te informeren en zich voor te bereiden op de veranderende wetgeving en kunnen modehandelaars onder andere hun aankoopbeleid aanpassen”, klinkt het.
In afwachting vragen ze dat de overheid toeziet op de naleving van de regels die nu nog van kracht zijn en overtreders desgevallend te sanctioneren. “Enkel zo kan de eerlijke concurrentie tussen ondernemingen onderling gegarandeerd worden.”
De modesector benadrukt dat verder overleg over de evaluatie van de soldenwetgeving nodig blijft. Unizo en Mode Unie herhalen dat voor hen het behoud van de solden op zich “als enige moment in het jaar waarop met verlies mag worden verkocht” fundamenteel is. “Door die soldenperiode kunnen onze zelfstandige modehandelaars gelijk aan de start komen met de ketens en blijft de concurrentie tussen handelaars onderling gevrijwaard”, zegt Isolde Delanghe, directeur Mode Unie.