Marks & Spencer is een van de eerste grote merken die zich achter de beweging schaart die wil dat er een einde komt aan de dwangarbeid in de katoen- en kledingindustrie in de Chinese regio Xinjiang.
Vijfde van wereldwijde katoenproductie
Marks & Spencer ondertekende begin deze maand een ‘oproep tot actie’ door een coalitie van meer dan 300 maatschappelijke groeperingen waaronder de stichting Schone Kleren Campagne. Zij roepen retailers op om alle banden met leveranciers, die betrokken zijn bij Oeigoerse dwangarbeid, te verbreken. Dat meldt Reuters.
De Verenigde Naties schatten dat China ten minste 1 miljoen Oeigoeren en andere minderheden vasthoudt in kampen in Xinjiang, waar velen van hen moeten werken in textielfabrieken en toeleveringsbedrijven. China ontkent die aantijgingen en zegt dat de kampen beroepsopleiding bieden en helpen bij de bestrijding van terrorisme en extremisme.
Xinjiang – de thuisbasis van ongeveer 11 miljoen etnische Oeigoeren – produceert zowat 85% van het Chinese katoen en 20% van het wereldwijde aanbod, dat door modemerken over de hele wereld wordt gebruikt. In een rapport vorig jaar werden 80 grote merken (onrechtstreeks) aan dwangarbeid in de Chinese regio gelinkt.
Marks & Spence verklaarde dat het met geen enkele leverancier in of bron uit Xinjiang samenwerkte, maar dat het de oproep tot actie publiekelijk steunde om “zijn rol te spelen bij het stimuleren van zinvolle verandering op schaal.”
Ban op invoer
Uit een rondvraag van het FD blijkt dat nog geen enkel Nederlands modebedrijf de oproep tot actie heeft onderteked. WE Fashion zou dat binnenkort al eerste wel doen en ook C&A overweegt het manifest te tekenen, al is er nog geen definitieve beslissing genomen. “Als we ondertekenen kunnen we eraan gehouden worden dat we katoen uit die regio moeten afkappen”, klinkt het bij Hema. Het bedrijf verklaart ook niet zeker te weten of het leveranciers heeft in de betrokken regio.
Enkele dagen geleden heeft de Amerikaanse regering een ingrijpend verbod uitgevaardigd op de invoer van katoen uit Xinjiang. Daarmee verhogen de Verenigde Staten de druk op China om een einde te maken aan de onderdrukking van de overwegend islamitische Oeigoeren. Tegelijkertijd wil de regering Amerikaanse shoppers behoeden voor het kopen van producten die mogelijk het resultaat zijn van dwangarbeid, schrijft Quartz.