Kort na surseance
De beslissing om het faillissement aan te vragen, volgt snel na het bekomen van surseance van betaling. Nog maar op 22 december verleende de rechtbank van Maastricht uitstel aan de groep. Daags nadien deed de rechtbank van ’s-Hertogenbosch hetzelfde met de dochterbedrijven Hoogenbosch Retail Group BV, Dolcis BV, Manfield BV, Invito BV en PRO Sport BV.
De faillissementsaanvraag betreft overigens enkel het moederbedrijf boven de winkelformules Brantano Belux, Dolcis, Firelle, Intreza, Invito, Manfield, PRO, Scapino en Steve Madden. De dochterbedrijven blijven (voorlopig) aan de slag. De formules die onder surseance werden geplaatst, maken daarop geen uitzondering.
“Alle winkels en handelszaken van de Macintosh-groep zijn open en de bewindvoerders onderzoeken nu, samen met de bevoegde directiecomités, alle mogelijke scenario’s. Daartoe behoren een verkoop van de groep in zijn geheel of een verkoop van onderdelen van de groep. Dat alles in het belang van de werknemers, de schuldeisers en andere belanghebbenden”, stellen de bewindvoerders in een persbericht.
Brantano liet eerder al weten dat het op eigen kracht zeker tot eind januari voort kan met de huidige middelen. Voor deze formule werd trouwens geen bescherming tegen de schuldeisers aangevraagd bij de rechtbank.
Problemen sleepten al even aan
De problemen van Macintosh dateerden niet van gisteren. In 2013 boekte de groep een verlies van 12,1 miljoen euro. In 2014 kwam daar 101,6 miljoen euro bij, en ook in de eerste helft van dit jaar werden rode cijfers geschreven.
Het verlies werd weliswaar teruggedrongen tot 4,4 miljoen euro, maar dat was deels het gevolg van een eenmalige bate van 16 miljoen euro op de verkoop van Nea International. De schoenenketens uit de groep leden immers sterk onder de opkomst van de e-commerce.
Een poging om in extremis een overnemer voor de holding te vinden, draaide op niets uit.