LVMH deed het begin dit jaar bijna een derde beter. Vooral Chinese en Amerikaanse consumenten trakteren zich weer graag op handtassen en champagne, bij gebrek aan ander vertier.
Helft meer mode
LVMH blijft de verwachtingen van analisten en beleggers overtreffen. In het eerste kwartaal, een jaar na de uitbraak van de noodlottige coronapandemie, boekte de luxegroep 30% meer omzet op vergelijkbare basis. De omzet klokte af op 13,96 miljard euro, terwijl analisten ruim een miljard minder hadden voorspeld.
Opvallend is dat de Franse groep van multimiljardair Bernard Arnault het ook goed deed los van het corona-effect: zelfs in vergelijking met het eerste kwartaal van 2019, lang voor er van Covid-19 sprake was, kwam de vergelijkbare omzet 8% hoger uit. Dat is vooral te danken aan de kleding en lederwaren van de groep, met Louis Vuitton en Dior als sterkhouders, die liefst 52% meer omzet optekenden dan een jaar geleden. Ook ten aanzien van 2019 lag de verkoop 37% hoger.
Dan maar shoppen
Het zijn vooral de Chinezen en Amerikanen die zich na de pandemie trakteren op wat luxe, zo analyseert Financial Times. Europa blijft daarentegen nog in crisismodus. Zeker nu de mogelijkheden om te reizen nog sterk beperkt zijn, valt op dat de afwezigheid van Chinese shoppers in de Europese luxewinkels voor een leegte zorgt. Tegelijkertijd geeft het gebrek aan reisvertier een impuls om meer thuis te consumeren, ook aan spullen zoals handtassen en champagne.
Bij LVMH lijkt het herstel dus niet alleen ingezet, de holding is ook alweer op weg naar groei. Al valt af te wachten wat er gebeurt als de coronabeperkingen straks helemaal wegebben, en wat de impact wordt van de peperdure overname van juweliersketen Tiffany & Co. Onder andere de zoon van Arnault moet de integratie nu in New York in goede banen gaan leiden. Concrete richtlijnen voor dit boekjaar geven de grote luxegroepen momenteel niet.