Met drie winkels in het Antwerpse test optiekketen Specsavers vanuit Nederland het potentieel op de Belgische markt. De sterke concurrentie deert de nieuwkomer niet: “We gaan uit van onze eigen kracht”, zegt retailverantwoordelijke Remon Broekhaar.
Drie uiteenlopende locaties
De eerste Belgische winkel van de Britse keten Specsavers opende goed twee weken geleden, op de Statielei in Mortsel. In het eerste kwartaal van 2023 volgen nog winkels aan de Leysstraat in het centrum van Antwerpen, en in het winkelcentrum Wijnegem Shop Eat Enjoy. Die vestigingen wil de retailer eerst gedurende een jaar evalueren, alvorens over te gaan tot een verdere uitrol.
“We hebben drie verschillende locaties gekozen met een reden”, zegt Remon Broekhaar, Head of Retail Specsavers Nederland – want van daaruit wordt de expansie in Vlaanderen aangestuurd. “Een stad, een winkelcentrum en een buitenwijk: dat zijn drie heel uiteenlopende plekken. We gaan kijken waar de verschillen zitten, ook qua klantengroepen. De afstanden die mensen afleggen naar Wijnegem zijn uiteraard groter dan naar Mortsel. We zien wel dat er al mensen naar hier komen van voorbij de westkant van Antwerpen. Van de buurtwinkelcentra rond Antwerpen was Mortsel voor ons de meest aantrekkelijke. Dat deze winkel als eerste opende, is eerder toeval: het pand was sneller beschikbaar.”
Herkenbare propositie
Niet dat de retailer in Vlaanderen heel ander koopgedrag verwacht dan in Nederland, waar de optiekketen intussen 143 winkels heeft. Toch is die proefperiode geen formaliteit, zegt Broekhaar. “Ook in Nederland zijn we destijds met één winkel begonnen. We hebben er niet meteen twintig geopend.”
De concurrentie is best hevig op de optiekmarkt, die slechts licht groeit, als gevolg van factoren als vergrijzing en toenemend schermgebruik. Nemen optiekketens marktaandeel af van de zelfstandige opticiens, of van elkaar? “Als wij ergens een winkel openen, dan nemen wij uiteraard wel aankopen af van elders, zowel van zelfstandigen als van ketens. De bevolking groeit immers niet navenant. Maar er is in alle markten altijd ruimte voor elke soort speler. Alleen wordt het steeds belangrijker dat je ergens voor staat, dat je een herkenbare propositie hebt. Wij gaan uit van onze eigen kracht.”
Langetermijnvisie
Specsavers richt zich met name op de lastige combinatie van kwaliteit, service en value for money. “Dat kunnen we omdat we in essentie een volumebedrijf zijn. Dat is ons model en het is de basis van ons succes in alle landen waar we zitten. We hebben overal dezelfde concurrenten. Dat maakt niet uit: het geeft aan dat er een markt is.”
Wat Specsavers dan anders maakt dan concurrenten als Pearle en Hans Anders? “Dat we een familiebedrijf zijn. Van alle ketens die wereldwijd actief zijn, zijn wij het enige familiebedrijf. Onze aandeelhouders denken en handelen echt anders dan corporate aandeelhouders. Ze hanteren een langetermijnvisie.” De betrokkenheid vanuit de familie is immens, zegt Broekhaar. “Ook al hebben we 39.000 medewerkers, we zijn ondanks die omvang toch plat qua structuur. Het lijntje naar CEO John Perkins is kort, er zitten maar een paar schakels tussen.”
Geen keuzestress
Specsavers verkoopt ongeveer 500 monturen, een mix van bekende merken en huismerkbrillen. “In deze winkel is het ongeveer een derde dames, een derde heren en een derde merken. Merken zijn belangrijk voor de consument, dus ook voor ons.” Het assortiment is wel iets kleiner dan dat van de meeste collega’s. Dat is een bewuste keuze: “Het is de 80/20 regel. Als je binnen een keuze van 500 modellen je gading niet vindt, dan zal je dat bij 600 of 700 modellen ook niet lukken. We vermijden keuzestress.”
Ook de Belgische webshop staat intussen live, met exact hetzelfde assortiment. Online wordt steeds belangrijker. “In retail is optiek als sector een achterblijver in deze ontwikkeling, omdat het een maatwerkproduct is. Je zit ook tegen gezondheid aan, dat is een drempel voor veel mensen. Maar die drempel wordt steeds lager. En de technologie wordt ook beter. In de VS heeft de FDA net een technologie goedgekeurd om online oogmetingen te doen. De vraag is of de klant dit wel wil, maar technisch kan het. Wij gebruiken het nog niet.”