De helft van onze moderetailers is met uitsterven bedreigd, en dan hebben we het alleen nog maar over de grote ketens. Dat besluit De Standaard uit een analyse van de bedrijfsresultaten, geïnspireerd door de onheilsberichten over onder andere FNG.
Al pre-corona in het rood
De helft van de grote Belgische moderetailers is door de coronacrisis in “overlevingsmodus” en riskeert de strijd zelfs niet te halen, zo claimt de krant. Voor het rampzalige virus uitbrak, waren ze immers vaak al verlieslatend. Onder meer de combinatie JBC–Mayerline (Claes Retail Group), Bristol (Euro Shoe Group), LolaLiza en Essentiel tekenden in 2018 rode cijfers op, meldt De Standaard.
Dat beeld kan evenwel vervormd zijn, aangezien de meeste jaarrekeningen voor het boekjaar 2019 nog niet zijn neergelegd. Zo zegt Claes Retail Group in de tweede jaarhelft wel weer operationele winst te hebben geboekt. Bovendien is het bedrijf operationeel schuldenvrij. Gezien de vraag van FNG om zijn schulden en zelfs de rentes daarop pas later te hoeven aflossen, lijkt daar echter meer aan de hand te zijn.
“Banken beslissen wie overleeft”
Spelers uit de sector beamen zelf dat het barre tijden zijn: “Iedereen praat met de banken over overbruggingskredieten”, zegt Bart Claes van Claes Retail Group: “De winkels zaten net vol met de lentecollecties. Wat kunnen we daarvan nog tegen welke prijs verkopen?” Ook Bel&Bo heeft vijf weken geleden al nieuw krediet aangevraagd bij de banken, terwijl Essentiel hoopt op steun van BNP Paribas Fortis en overheidsholding PMV voor bankwaarborgen. “De banken beslissen wie overleeft”, reageert RetailDetail-oprichter Jorg Snoeck in De Standaard.
Shoppen verliest straks, bij de grote heropening van de winkels, ook veel van zijn amusementswaarde: gezellig kuieren zit er voorlopig niet, net als rustig passen en persoonlijk geholpen worden. Dan wordt het de vraag hoe de consument zal reageren: als funshoppen en impulsverkopen wegvallen, wat blijft er dan nog over?
Kosten blijven, ook zonder klanten
In Nederland, waar de meeste winkels open bleven, ziet Jan De Nys van Retail Estates alvast dat ‘fun shopping’ inderdaad is vervangen door ‘run shopping’ en dat drukke winkelstraten en overdekte winkelcentra worden vermeden. Dat speelt in het voordeel van perifere winkels: mensen “nemen de auto om in baanwinkels te shoppen”, aldus De Nys.
De vraag is of heropenen wel de moeite loont: “Personeel dat je enerzijds uitspaart omdat er minder klanten zijn, moet je anderzijds inzetten om die klanten te ontvangen: de wachtrij in het oog houden, goederen ontsmetten, … Ook de huur en de nutsvoorzieningen in je pand kan je niet plots halveren. Al die kosten zijn ooit berekend op een bepaalde passage, een debiet van klanten”, haalt Jorg Snoeck ook aan in HLN.