Met een jaaromzet van 317,9 miljoen pond (iets meer dan 400 miljoen euro) deed het Britse luxemerk van schoenen Jimmy Choo 7,2% beter dan in 2014, met dank aan de Aziatische markten.
Big in Japan
“Jimmy Choo doet beter dan het gemiddelde van de luxesector, ondanks de uitdagende concurrentiële omgeving”, zegt een tevreden Jimmy Choo-voorzitter Peter Harf. Het Britse luxemerk, bekend van zijn vaak extravagante schoeisel, boekte vorig jaar een operationele winst van 51 miljoen pond of zo’n 65 miljoen euro, anderhalf procent beter dan in 2014.
“Het bedrijf is erin geslaagd de daling van de groothandelsomzet in het eerste halfjaar succesvol te keren en zit mooi op schema om de groeiprognoses te halen in Azië en Japan, waar de merkbekendheid sterk groeit.” De ‘wholesale’-divisie zag haar omzet uiteindelijk met 1,3% stijgen bij constante wisselkoersen, het eigen retailkanaal deed er zelfs 8,7% bij om af te klokken op 207,7 miljoen pond, een slordige 260 miljoen euro.
Jimmy Choo zag zijn omzet (bij constante wisselkoersen) in Japan groeien met liefst 29%, een gevolg van de stijgende lokale vraag en het feit dat Chinese toeristen liever in Tokio gingen shoppen dan in Parijs (iets wat ze overigens ook bij Hermès hebben gemerkt). In de rest van Azië ging de omzet met een vijfde (+20,1%) vooruit, aangezwengeld door de opening van nieuwe winkels in China (de groep opende het voorbije jaar alles samen dertien nieuwe winkels in eigen beheer). De gevolgen van de aanslagen in Parijs, die de Chinese en Russische toeristen weghielden, werden deels goedgemaakt door de zwakkere euro, aldus nog het bedrijf.