Zeeman is een offensief gestart om de hardnekkige mythe te ontkrachten dat aan spotgoedkope kleding altijd een geurtje hangt. De Nederlandse textielsupermarkt speelt voortaan open kaart.
Vragen van klanten
“We bleven maar vragen krijgen van klanten“, zegt Arnoud van Vliet, verantwoordelijk voor maatschappelijk verantwoord ondernemen bij Zeeman, in de Nederlandse zakenkrant FD. “Zo goedkoop? Dat moet wel door onderbetaalde en uitgebuite naaisters in Oosterse sweatshops gemaakt zijn…” Om die perceptie te keren, verschijnen bij de kassa’s nu flyers over dit heikele thema. In haar jaarverslag publiceert de keten sinds dit jaar ook een gedetailleerde balans van zijn inspecties bij leveranciers.
In 2017 bezochten inspecteurs 58 fabrieken in het Verre Oosten en Turkije: daarbij stootten ze op 67 grote tekortkomingen, variërend van te weinig nooduitgangen tot een onvolledige urenregistratie. “Dan kunnen wij niet nagaan of werknemers het juiste loon krijgen”, zegt Van Vliet. De resultaten zijn doorgegeven aan de betrokken textielfabrieken. “Alle bevindingen uit de onderzoeken zijn aangepakt en opgelost”, aldus de MVO-manager.
Ander heikel punt blijft het loon. “’Leefbaar loon is iets dat wij niet alleen kunnen oppakken”, zegt Van Vliet. “Fabrikanten produceren maar deels voor Zeeman. We vinden het daarom belangrijk om met andere kledingketens op te trekken. We moeten samenwerken, anders krijg je het echt niet voor elkaar.”
“Dit getuigt van lef”
Zeeman is uiteraard niet de eerste textielketen die het heeft over de eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar wel een van de weinige die over concrete mistoestanden spreekt en zo laat zien tegen welke dilemma’s het bedrijf aanloopt. “Zo laten we zien dat we het serieus nemen’, zegt Van Vliet. “Het geeft ook druk om die zaken aan te pakken. Daarbij gaan we naast de leverancier staan, met de vraag: hoe lossen we dit op?”
“Met het benoemen van wat er misgaat, tonen ze lef”, reageert Suzan Cornelissen van Schone Kleren Campagne. Ze vindt het ook positief dat Zeeman vanaf volgend jaar een lijst met producenten openbaar maakt. Toch heeft ze ook bedenkingen, onder meer bij de manier waarop Zeeman zijn informatie verzamelt. “Dat gaat via social auditing, waarbij een commercieel bedrijf met de medewerkers spreekt in de fabrieken, altijd van tevoren aangekondigd. Wij zouden liever zien dat Zeeman ook met vakbonden en ngo’s praat en met medewerkers buiten de fabriek.”
Al reikt Cornelissen reikt tegelijk wel een helpende hand aan Zeeman: “’Wij hebben contact met vakbonden en ngo’s en als wij horen dat er iets mis is, kunnen we daar met Zeeman over praten”, klinkt het nog.