De Zweedse H&M Group blijft zijn aanwezigheid op de Antwerpse Meir verder uitbreiden. Momenteel heeft het modebedrijf er al drie vestigingen, en met Monki en Weekday komen er nog twee winkels bij.
Visitekaartje
Voor de twee nieuwe winkels de deuren openen, is het eerst de beurt aan het filiaal tegenover de Stadsfeestzaal. “Daar hadden we al een filiaal met onder meer een H&M Homecollectie. Dat pand werd volledig gestript en moet het visitekaartje worden van de franchise in België, net zoals er al flagshipstores zijn in Parijs en Londen”, zegt Matthieu Colpaert van H&M aan GVA. “Zo’n flagshipstore heeft alle verschillende collecties van H&M en is een paradepaardje wat interieur betreft.”
In mei is het dan de beurt aan een tweede winkel van Weekday. Dat nieuwe concept is al sinds vorig jaar te vinden in de Kammenstraat, in het pand waar vroeger Fish & Chips zat. “Weekday komt op de plek van Bijou Brigitte aan de voorkant van de Stadsfeestzaal en loopt door tot in de Stadsfeestzaal. Daarvoor werden twee panden samengevoegd tot een winkel van ongeveer 750 vierkante meter”, zegt Steven Bervoets, manager van de Stadsfeestzaal.
Ander doelpubliek
Ook in november opent een filiaal van Monki, dat met 550 m² de grootste winkel van Europa en Azië zal worden. “Antwerpen is een geweldige stad die erg befaamd is in de modewereld“, zei algemeen directeur Lea Rytz Goldman daar eerder al over. “We kunnen niet wachten om onze Belgische klanten de enige echte Monki-ervaring aan te bieden in onze grootste winkel tot nu toe.”
Zo zullen er dus in totaal vijf winkels van de H&M Group te vinden zijn in Antwerpen, op enkele honderden meters van elkaar, met ook nog de eerste winkel van Weekday iets verderop in de Kammenstraat. Toch is dat volgens H&M geen probleem, omdat alle formules op een ander publiek mikken.
“Monki is er voor jongere, modebewuste meisjes en Weekday trekt meer de kaart van de urban mode. Antwerpen is nog altijd de modestad bij uitstek. De stad is ook een perfecte barometer om nieuwe concepten uit te testen. We kiezen er bewust voor om in Antwerpen zware investeringen te doen”, besluit Colpaert.