Het Nederlandse modelabel G-Star komt gehavend uit de coronacrisis: in de VS en in Australië vraagt het merk uitstel van betaling, in Zweden werd het faillissement uitgesproken. Toch zegt het bedrijf financieel gezond te zijn.
Aangepaste winkelportefeuille
De Australische divisie van G-Star vroeg al in mei bescherming tegen schuldeisers, de Amerikaanse dochteronderneming deed dat vorige week, en in Zweden werd het bedrijf vorige maandag failliet verklaard. De moeilijkheden zijn een gevolg van de coronacrisis, waardoor de winkels gesloten bleven. Hoewel de meeste winkels intussen weer open zijn en de webshop op volle toeren draait, blijft de omzet nog achter.
Het merk wil nu herstructureren en het aantal buitenlandse winkels terugschroeven, schrijft het FD: in de VS zouden nog 7 van de 31 winkels overblijven, in Australië en Zweden wordt een doorstart onderzocht. De retailer tracht lagere huurprijzen te bedingen. “Alhoewel we financieel een gezond bedrijf zijn, vereisen deze structurele marktveranderingen een aangepaste winkelportefeuille in een aantal regio’s,” laat een woordvoerder weten. Hoe het met de financiële situatie van het bedrijf werkelijk gesteld is, valt echter moeilijk te achterhalen: G-Star is statutair gevestigd in Curaçao en hoeft geen jaarcijfers te publiceren. Het bedrijf is nog grotendeels in handen van oprichter Jos van Tilburg.