Esprit heeft voor zijn Duitse tak bescherming tegen schuldeisers gevraagd en gekregen. De moderetailer vreest vooral liquiditeitsproblemen, omdat de verkoop is gekelderd door de coronacrisis.
“Noodzakelijk”
Voor zes Duitse dochterondernemingen heeft Esprit eind vorige week bescherming tegen schuldeisers aangevraagd. De handel in het aandeel, dat op de beurs van Hongkong noteert, is opgeschort. Twee weken geleden waarschuwde het modemerk al voor grote verliezen ten gevolge van de coronacrisis. Alle Europese winkels van de kledingketen zijn uit voorzorgsmaatregelen gesloten en daardoor is de verkoop gedecimeerd.
Nu de procedure in werking is gezet, hoopt de retailer op eigen kracht te kunnen herstructureren. Esprit zei dat de zet noodzakelijk was: de groep heeft op dit moment weliswaar nog wel voldoende liquide middelen, maar zijn toekomstige liquiditeit werd bedreigd als gevolg van de coronapandemie.
Ook elders in Europa?
“Na de aankondiging is de positie van de Europese bedrijven van de groep nog aanzienlijk verslechterd, aangezien zij momenteel slechts een zwakke online-omzet genereren, terwijl de salarissen, huurprijzen en bedrijfskosten nog steeds stijgen”, legt de Duitse tak uit in een persverklaring. Die heeft het verder over een “proactieve en toekomstgerichte maatregel om de solvabiliteit en liquiditeit van de groep te beschermen”.
Er is een curator aangesteld en tegen 29 juni moet het herstructureringsplan worden ingediend. De bedoeling is alvast om, tijdens de bescherming tegen schuldeisers, verder te werken aan het herstructureringsplan dat al in 2018 is gelanceerd. Esprit werkt naar eigen zeggen ook onophoudelijk om alle andere Europese dochterondernemingen veilig te stellen en te zorgen dat ze weer verder kunnen wanneer het het openbare leven zich herneemt.