Eigen winkel als inspiratiebron
Volgens algemeen directeur Ingrid Macours was een eigen winkel onafwendbaar geworden: “Nachtmode is de laatste jaren sterk geëvolueerd. Het gaat al lang niet meer over louter een functioneel kledingstuk dat warm en kwaliteitsvol is, maar om een echt fashion-item: luipaardprint, onesies, de dipdye-trend… “
Eskimo, dat nog steeds in handen is van de stichtende familie De Groote, heeft met de winkel dan ook twee bedoelingen: het uitspelen van dat modeaspect tegenover de consument en het overtuigen van voortverkopers om mee te stappen in het verhaal en hen inspiratie te geven om een eigen Eskimo-winkel op te zetten.
Voor de inrichting van zijn winkel werkte Eskimo samen met het Antwerpse crossoverdesignbureau Pinkeye, dat ook tekende voor de Wasbars in Gent en Antwerpen. “Qua sfeerzetting zagen we Eskimo meteen in een oud herenhuis met fris opgewerkt oud meubilair, dat een herkenbaar familiegevoel oproept”, heet het daar.
Met de winkel aan de Langemunt keert het bedrijf terug naar zijn oorsprong: in 1906 zetten de stichters van het merk met een kleine bonneterie- en merceriewinkel op de nabijgelegen Sint-Jacobsmarkt, waar naast ondergoed ook breiwol en garen werden verkocht – meteen hun eerste stappen in de textielsector.
Verkoop wordt steeds internationaler
Vandaag worden de collecties zowel in het binnen- als buitenland (op deze eerste winkel na) uitsluitend verkocht via een distributienetwerk van kledingketens, lingeriewinkels en speciaalzaken. In België alleen gaat het om zo’n 300 zaken, in Nederland liggen de collecties in een honderdtal winkels. Ondertussen wordt ook de distributie in Frankrijk en Duitsland aangepakt.
Naast het hoofdmerk Eskimo heeft het modebedrijf ook de submerken Dodo, Nightlife en de streetwearcollectie Original Eskimo. De productie gebeurt in het Verre Oosten.