Enkele Vlaamse modebedrijven hebben met ondersteuning van het Vlaams Instituut voor Logistiek (VIL) de voorbije jaren de overstap gemaakt van gewone barcodes naar RFID-labels, die meer informatie kunnen bevatten.
Hogere stock-accuraatheid
De RFID-labels zijn internationaal al lang ingeburgerd, maar in Vlaanderen bleef het lang wachten op een grote verandering. Daarom startte het VIL in december 2014 met het project ‘In-store-improvement’, dat bedrijven moest helpen bij de overstap. Tien bedrijven namen alvast deel en hebben zo de stap gezet naar RFID-labels.
Voor veel bedrijven was het een probleem dat ze het bos door de bomen niet meer zagen, omdat er heel wat verschillende technologieën op de markt waren. “We hebben een inventarisatie gemaakt van de nieuwste technologieën en hun mogelijkheden. Begin er maar aan als individueel bedrijf. We hebben de kosten en baten tegen elkaar afgezet én verschillende technologieën uitgetest bij de deelnemende bedrijven”, zegt Jan Merckx, die bij het VIL de leiding had over het project.
Voor bedrijven is het gebruik van RFID-labels nodig, omdat ze automatisch gescand kunnen worden en meer informatie bevatten. Daardoor is het onder andere eenvoudiger om de inventaris op te volgen. Volgens het VIL stijgt de stockaccuraatheid bij het gebruik van RFID dan ook gemiddeld van 63 procent naar 95 procent. Daardoor zullen kledingstukken ook minder snel uitverkocht zijn in de winkels, wat zorgt voor een betere verkoop. Er zijn ook minder overschotten, waardoor er minder tegen dumpingprijzen moet worden verkocht.
“Vroeger betaalden we 10.000 à 15.000 euro aan een externe firma om onze voorraad te inventariseren. Nu doen we het zelf. Het kost ons nog 1 à 1,5 uur om een volledige voorraad van een winkel te hebben”, zegt Stefaan Allemeersch van GIKS Mode, dat deelnam aan het project.