Schoenenketen Bristol beschouwt 2020 nu al als een verloren jaar, maar ook als een kans om lessen te trekken. Zo wil topvrouw Elise Vanaudenhove minder afhankelijk worden van China en meer inzetten op duurzame schoenen en kleren.
Al jaren in crisismodus
De crisis die het coronavirus met zich meebrengt, is voor Bristol weinig nieuws onder de zon: het bedrijf is al enkele jaren in crisismodus. In 2018 draaide de schoenendiscounter 6,4 miljoen euro verlies, wat gepaard ging met winkelsluitingen en herstructureringen. Net daarom is moederholding Euro Shoe Group misschien wel “meer coronaproof dan menig ander bedrijf”, meent Vanaudenhove.
“Juist doordat we de laatste paar jaar zoveel hebben meegemaakt, zijn we flexibeler geworden en passen we ons sneller aan“, klinkt het in een interview met het Algemeen Dagblad. Die flexibiliteit was vooral nodig om zich aan te passen aan de quasi ‘online only’-realiteit van de laatste paar maanden: e-commerce heeft ondertussen een omzetaandeel van 15%, zeker in België een enorme stijging.
Minder afhankelijk van China
Toch weet Vanaudenhove nu al dat 2020 een verloren jaar wordt. In 2021 hoopt de topvrouw op herstel, in 2022 wil Bristol eindelijk “financieel stabiel” zijn. Momenteel zit Euro Shoe Group evenwel nog middenin de storm en durft ze dan ook nog geen uitspraken te doen over mogelijke ontslagen of winkelsluitingen ten gevolge van de coronacrisis.
Op langere termijn streeft de groep wel naar minder grote afhankelijkheid van met name China. Op die manier hoopt Bristol bovendien duurzamer te worden: als de productie naar landen dichterbij kan verhuizen, is misschien ook een betere controle van de productie-omstandigheden en kwaliteit mogelijk.
Terugkeer naar eigen bodem
Aangezien consumenten volgens Vanaudenhove steeds minder kleding en schoenen kopen, moeten producten langer meegaan. Het wordt een geleidelijke overgang, want gezien het lageprijsimago van de retailer moet er een mix van duurzaam en goedkopere artikelen in de winkelrekken blijven. Het huidige aanbod is misschien echter “té goedkoop”, klinkt het.
“We willen onze klanten niet veel meer laten betalen dan ze gewend zijn”, dus zet Bristol met mondjesmaat steeds meer producenten in Portugal, Italië, Turkije en Oostbloklanden in voor kleding en schoenen. “Wat vooral de doorslag geeft, is dat een terugkeer naar eigen bodem vanuit ecologisch én menselijk standpunt een positieve ontwikkeling teweegbrengt op lange termijn”, besluit de topvrouw.