Met zijn nieuwe ‘Fashion FWD’-strategie wil de Deense modegroep Bestseller (Vero Moda, Only, Jack & Jones, …) verdere stappen zetten naar een duurzame modebranche. Samenwerken is daarbij het sleutelwoord: “We willen iedereen mee aan boord, want individuele bedrijven kunnen deze uitdagingen niet aan.”
Schaalbare oplossingen
Het modebedrijf investeert en innoveert zowel op vlak van milieu als op vlak van mensenrechten. Het ultieme doel? “Bringing Fashion FWD until we are climate positive, fair for all and circular by design.” Dit is complexe materie, zegt duurzaamheidsmanager Dorte Rye Olsen in een gesprek met RetailDetail. Een holistische benadering typeert volgens haar de aanpak bij Besteller.
“We bekijken de volledige waardeketen, van de ruwe grondstoffen over de productie en het transport tot bij de consument – want er is een impact doorheen de hele keten, tot bij de consument en de eindegebruiksfase. Het is een uitdaging om volledige transparantie te krijgen over die hele keten. We hebben onze rol te spelen, en dat kunnen we niet zonder de landbouwers, de arbeiders en de consumenten. Samenwerking is het sleutelwoord. Individuele inspanningen zijn mooi, maar door samen te werken kunnen we meer bereiken.”
“We moeten oplossingen vinden die schaalbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van nieuwe materialen, of aan duurzamer katoen. We pakken dezelfde thema’s aan als onze collega’s. Landbouwers bijvoorbeeld zijn gewend om op een bepaalde manier te werken. Dat veranderen kost tijd, je moet investeren in relaties om het vertrouwen te winnen. Dat geldt ook voor consumenten: we moeten vertrouwen bouwen en een dialoog met hen opstarten, hen op een inspirerende manier laten weten dat er duurzamere keuzes mogelijk zijn; en dat die er net zo goed uitzien als de andere keuzes die ze hebben. De stem van de consument maakt een verschil. Als ze producten willen kopen die duurzamer zijn gemaakt, dan moeten we in staat zijn om op die boodschap te reageren door deze producten aan te bieden.”
Nood aan transparantie
Zijn consumenten daadwerkelijk bereid om hun koopgedrag aan te passen, of is er een verschil tussen wat ze zeggen en wat ze doen? “Klimaat staat hoog op de agenda, er is een publiek debat, dus ik denk wel dat de consument nu meer dan ooit bereid is om hierin mee te stappen. We zien dat vooral een jongere groep consumenten op dit vlak meer actief is, maar ze hebben nood aan meer transparantie om te weten wat te doen. Moeten ze minder kopen? Moeten ze elders kopen? Welke labels kunnen ze vertrouwen, in die jungle van certificaten? Daar hebben consumenten hulpmiddelen voor nodig. Eigenlijk zouden we één gestandaardiseerde meeteenheid moeten hebben voor de sector, die ons helpt om de impact te begrijpen doorheen de waardeketen, en die transparantie te bieden aan de consument. Maar dat is niet evident, aangezien we zoveel verschillende grondstoffen en productiemethodes gebruiken.”
“Ik geloof dat we veel vragen van de consument. We hebben nood aan een eenvoudiger manier van communiceren. Van elk product zou de consument moeten weten wat er in zit en hoe het gemaakt werd en hoe ervoor zorg te dragen. Het is een voortdurende inspanning en we moeten bekijken hoe we de juiste stimulansen kunnen creëren, mogelijk ook van de kant van de wetgevers.”
Samenwerking loont
Duurzaamheid is een continu proces, benadrukt ze. Toch zet het bedrijf vandaag al concrete stappen op verschillende vlakken: “We weten dat er een grote impact is bij de ruwe materialen, de grondstoffen en hoe ze verwerkt worden. Voor ons is katoen een belangrijke vezel. Samen met andere retailers en merken leiden we landbouwers op om duurzamer te werken. Nu al is 65% van ons katoen duurzamer. Dat was zonder samenwerking niet mogelijk geweest.”
“Ook op sociaal vlak boeken we voortdurend vooruitgang. We werken samen aan het opzetten van de juiste structuren op lokaal niveau voor de loononderhandelingen. Dat doe je samen met de fabrikanten, de arbeiders, de vakbonden… Of neem een thema als gezondheid en veiligheid: we moeten de fabrieksstandaarden omhoog krijgen. Zoals we na het Bangladesh-akkoord zagen, hebben we samen een grotere invloed. Onze leveranciers spelen hierin een sleutelrol. Ook met de lokale autoriteiten moeten we dit oppakken, om er zeker van te zijn dat de verbeteringen die we doorvoeren, blijvend zijn.”
Een investering, geen kost
Of het een moeilijk evenwicht is tussen duurzaamheid en een rendabele business? Dat is niet het punt, vindt Dorte Rye Olsen. “De vraag die we moeten stellen, is: ‘Hoe bouwen we aan een duurzame business binnen de planetaire grenzen?’ Dit is geen kost, maar een belangrijke investering die rendeert voor zowel de bedrijven als de samenleving. Je wordt er als bedrijf veerkrachtiger door, je krijgt meer greep op je processen. Natuurlijk, concurrentie speelt een rol, we kunnen niet alle kosten doorrekenen naar de consument. Maar anderzijds is het zo, dat leveranciers die hierin niet meestappen, op termijn overbodig zullen worden. En dat geldt uiteindelijk ook voor ons deel van de keten.”
“De consument is geïnteresseerd in onze producten en in de materialen die we daarvoor gebruiken. Communiceren hierover doen we met onze verschillende merken. Als je dat niet doet, zal je uiteindelijk niet meer gekozen worden. Vero Moda bijvoorbeeld heeft met ‘Aware’ een collectie op basis van duurzamer vezels zoals biologisch katoen, gerecycleerd polyester en duurzamer viscose. Ook denim is erg belangrijk voor ons: Jack & Jones communiceert rond low impact denim, duurzamer jeans met een kleinere ecologische voetafdruk. En Only Life is een collectie op basis van duurzamere vezels. Dat zijn de ‘vuurtorens’, die de aandacht te vestigen op dit thema, maar het volstaat niet om duurzame capsulecollecties te hebben. Met onze Fashion FWD-strategie werken we op al onze kernmaterialen en hebben we doelen gesteld voor de belangrijkste impactgebieden, dus we richten ons op ons totale productassortiment.”
Zingeving en energie
Wat mogen we in de nabije toekomst dan verwachten? “Je zal wellicht steeds meer producten zien met duurzame eigenschappen, maar niet alle initiatieven die we als bedrijf nemen, zijn noodzakelijk productgebonden. Er gebeurt veel achter de schermen, minder zichtbaar. Ik denk aan hoe we investeren in vrouwenemancipatie bijvoorbeeld. We communiceren daarom niet enkel naar consumenten, maar naar al onze stakeholders. Erg belangrijk in dat verband zijn onze eigen medewerkers, en zeker onze jongere collega’s. Die komen hier met een andere achtergrond en andere verwachtingen: ze willen actie zien, en er deel van uitmaken. Duurzaamheid is niet iets wat enkel plaatsvindt in het duurzaamheidsdepartement. Iedereen moet ownership nemen. We moeten ervoor zorgen dat dit leeft in elke functie.”
Het vergt veel aandacht, geeft ze toe: “Het is a lot of hard work en we moeten elke dag beter doen. Dat maakt onze collega’s trots om hier te werken: het bezorgt je heel wat zingeving en energie. Bij Bestseller stellen we ons bescheiden op, maar tegelijk willen we wél een verschil maken. Dat maakt onze job meer dan gewoon een job.”