De coronacrisis bezorgt de hele retailsector een moeilijk jaar. Wie hulp nodig heeft, verdient deze dan ook. Maar het spel moet wel eerlijk en transparant worden gespeeld, reageert Bart Claes, CEO van JBC, op de afgelopen retailweek.
Online omzet verviervoudigd
Tijdens de lockdown – wanneer de non-foodwinkels verplicht moesten sluiten – wist JBC zijn online omzet te verviervoudigen. De Belgische modegroep is ook over de heropening sinds 11 mei tevreden: “Onze klanten zijn teruggekomen en waren blij ons terug te zien. Ook de burgerzin en de sociale verantwoordelijkheid van onze klanten en medewerkers maakt me blij: iedereen ging met respect om met de maatregelen. Dat was ook onze prioriteit”, zegt Claes. De topman is bovendien trots te melden dat er geen coronagevallen waren in het bedrijf.
Er is nochtans keihard zij aan zij – “maar dan met anderhalve meter tussen” – gewerkt. “Het was een zeer hectische periode, maar we zijn als bedrijf en als team nog sterker naar elkaar toe gegroeid.” Toch is het online succes ruim onvoldoende om te compenseren voor de verloren omzetten door de coronacrisis. Ook vandaag nog zijn de consumenten voorzichtig en heersen nog veel vragen over wat de komende weken en maanden brengen, aldus Claes: “Het is geen ‘business as usual’: 2020 wordt een moeilijk jaar”.
“Geld van elke retailer”
Des te meer daarom viel de CEO naar eigen zeggen bijna letterlijk van zijn stoel toen hij las dat FNG extra overheidssteun wil aanvragen in functie van het herstelplan van de modegroep. “In deze fase, waarin nog zoveel vragen zijn, vind ik het verbazingwekkend dat er al sprake kan zijn van overheidssteun. Net als anderen lees ik in de pers vragen rond transparantie, dat beurswaakhond FSMA onderzoek voert en dat de cijfers van 2019 nog niet zijn gepubliceerd. Dit lijkt me de verkeerde volgorde.”
“Het was Ignace Van Doorselaere (CEO van Neuhaus en gewezen topman van Van de Velde, nvdr.) die in De Tijd schreef dat overheidsgeld niet bestaat. Het is geld van de hardwerkende, eerlijke Vlaming. Het is het geld van de belastingbetaler. Ook het geld dus van de hardwerkende retailers, of ze nu groot of klein zijn. De boetiek om de hoek heeft ook aan dat geld bijgedragen”, betoogt Claes. “Stel dat FNG boter op het hoofd heeft, dan kan het toch niet zijn dat de overheid geld van de Vlamingen voor de zesde keer in dit bedrijf pompt. Dit gevoel leeft niet enkel bij mij maar bij vele collega’s, groot en klein. Precies daarom is het volgens mij in het belang van de ganse retailsector dat eerst een aantal onduidelijkheden worden uitgeklaard bij FNG.”
De hele sector betrokken
De coronacrisis zorgde voor “ongelooflijke, onvoorziene omstandigheden”. Dat waardengerichte bedrijven in die ongeziene situatie een helpende hand krijgen, begrijpt de topman van het Limburgse familiebedrijf dan ook. “Natuurlijk is continuïteit belangrijk en staan er 1400 jobs – 1400 individuele verhalen en levens – op het spel. Elke job die verloren gaat, is een persoonlijk drama. Dat geldt voor elke onderneming, maar dat geldt ook voor de kleine retailers en boetieks die het de voorbije maanden en jaren niet hebben gehaald.”
“Je kunt echter stellen dat in de afgelopen jaren iedereen betrokken – en misschien zelfs benadeeld – is geweest bij een bedrijf waar misschien incorrecte dingen zijn gebeurd. Mogelijk is de hele sector getroffen. Het gaat mij dus niet om leedvermaak of de hoop op een concurrent minder, zo ben ik echt niet als ondernemer. Wel vind ik het in het belang van iedereen dat er eerst duidelijkheid komt en er van daaruit met alle partijen kan worden bekeken hoe het verder moet.” In de week van 13 juli publiceert JBC overigens zelf zijn jaarcijfers voor boekjaar 2019.