Sneakermerk Puma heeft er een recordjaar op zitten: de omzet steeg in 2021 met maar liefst 31,7%. Dit jaar vreest de fabrikant van sportkleding daarentegen voor de gevolgen van een boycot in China en hoge kosten.
Problemen in China
2021 was het beste jaar in de geschiedenis van Puma, zegt CEO Bjørn Gulden. Ondanks alle moeilijkheden steeg de omzet met bijna 32% tot 6,8 miljard euro. Zelfs in vergelijking met pre-pandemiejaar 2019 is de omzet met 30% gegroeid. De brutowinst ging zelfs maal 2,5 (+166%) tot 557 miljoen euro.
Voor 2022 verwacht het sneakermerk een omzetgroei van minstens 10%. De aanhoudende onzekerheid over het coronavirus en de stijgende kosten gooien roet in het eten, maar Puma heeft ook te kampen met een consumentenboycot in China. CEO Gulden heeft het over een zeer gespannen geopolitieke situatie.
Net zoals H&M en Nike, kwam het merk in opspraak omdat onderaannemers katoen zouden produceren in gevangeniskampen voor Oeigoeren, een onderdrukte moslimminderheid in China. Het merk besloot daarop geen katoen meer in te kopen uit de regio, maar dat zorgde dan weer voor boze Chinezen. In het vierde kwartaal verkocht Puma bijgevolg 27% minder in het land.
De hogere vrachtkosten en grondstofprijzen zullen dit jaar ook wegen op de winstgevendheid. Het bedrijf verwacht een brutowinst tussen 600 en 700 miljoen euro in 2022. “Maar ik blijf zeer optimistisch over de toekomst van onze industrie in het algemeen en Puma in het bijzonder”, zegt Gulden.