Alle sterren gunstig voor recordbeursgang
Als alles volgens plan verloopt, maakt Alibaba donderdag de officiële introductieprijs bekend waartegen het een dag later dik 320 miljoen aandelen naar de beurs brengt. Oorspronkelijk was er sprake van een ‘bandbreedte’ van 60 tot 66 dollar (46 tot 51 euro), maar de interesse blijkt zo overweldigend dat de voorverkoop niet alleen vroeger zal worden gesloten maar dat de introductieprijs wordt opgetrokken naar 70 dollar (of zelfs nog ietsje daarboven).
Daarmee zijn alle voorwaarden geschapen voor een meer dan succesvolle beursgang: op basis van 66 dollar zou Alibaba een marktwaarde hebben van bijna 163 miljard dollar en zou het concern tot 21,1 miljard dollar vers kapitaal kunnen ophalen. Daarmee zou Alibaba meteen de grootste technologiebeursgang ooit verwezenlijken, een pak groter nog dan die van Facebook (dat in 2012 zo’n 16 miljard dollar kapitaal ophaalde).
Bij 70 dollar per aandeel zou de opbrengst zelfs 22,4 miljard dollar (liefst 17,5 miljard euro) bedragen, waardoor de beursgang van Alibaba meteen de grootste aller tijden zou worden. Tot nu toe staat dat record op naam van de Agricultural Bank of China, die in 2010 22,1 miljard dollar ophaalde.
“We waren een beetje gek”
Wie had dat in 1999 gedacht, toen 18 kompanen onder leiding van Jack Ma in diens eenkamerflat in Hangzhou Alibaba oprichtten. “Ik wist niets van techniek en we hadden geen geld. We hadden alleen maar een idee, een overtuiging, we waren een beetje gek”, vertelt de 49-jarige gewezen leraar Engels in een van de videofilmpjes die Alibaba verspreidde in laatste rechte lijn richting beursgang. Opzet van Ma was kleine Chinese bedrijven innovatieve technologische oplossingen aanbieden om efficiënter zaken te doen, zowel op de groeiende interne markt als internationaal.
“Een beetje gek” of niet, bijna 15 jaar later is het concern uitgegroeid tot een wereldspeler in e-commerce en omvat het niet alleen internationale marktplaatsen (B2B én B2C), maar ook dienstenbedrijven gespecialiseerd in online opzoekingen en marketing, digital advertising, elektronische betalingen (AliPay), cloud computing en databeheer (Aliyun) en zelfs partijverkopen à la Groupon (Juhuasuan). Het concern runt sinds kort zelfs een eigen bank, Yu’e Bao, die al zo’n 70 miljard euro aan middelen beheert.
Gestart met een fiasco
Nochtans begint het ondernemersavontuur van Jack Ma – die in China wordt vergeleken met Steve Jobs en Bill Gates – met een fiasco. In 1995 besluit hij een internettelefoongids voor bedrijven – zeg maar de Chinese Gouden Gids – op te starten. In een interview met The New York Times zegt hij daarover: “De dag dat we voor het eerst online gingen, nodigde ik enkele vrienden uit bij me thuis. Door de trage inbelverbinding kregen we pas na 3,5 uur een halve internetpagina te zien. Maar ik was zo trots: ik had bewezen dat het internet bestaat.”
Met China Yellowpages mocht Jack Ma dan al het eerste officiële internetbedrijf van China in de steigers hebben gezet, een lang leven was de firma niet beschoren. Vier jaar later probeert hij het opnieuw, dit keer met een platform dat buitenlandse bedrijven moet bijstaan in hun zoektocht naar Chinese fabrikanten, en vice versa. Als een ware missionaris trekt Ma heel China rond en (al) drie jaar later is de eerste winst van Alibaba een feit.
80% van Chinese onlinehandel
Vandaag zijn de diverse websites van Alibaba goed voor liefst 80% van de Chinese onlinehandel. Via Taobao – nog het best te vergelijken met eBay – worden elke minuut liefst 50.000 producten verkocht. Dé klapper is echter TMall, een soort van Amazon voor consumentenmerken en inmiddels uitgegroeid tot China’s grootste retailer.
Voeg die twee samen en je komt al gauw aan cijfers om van te duizelen: meer dan 7 miljoen verkopers die circa 800 miljoen producten aan de man en vrouw brengen, vorig jaar goed voor een omzet van ruim 190 miljard euro. Dat is meer dan eBay en Amazon samen! Volgens het beursprospectus verwerkt Alibaba jaarlijks 14,5 miljard orders en telt het 279 miljoen actieve kopers per jaar.
Kapitalisme op z’n Chinees
Toch is het succes niet echt een verrassing, zeker niet voor Jack Ma zelf: “Als ik op mijn vijfendertigste nog geen miljonair ben, mag je me doodschieten”, zou de razend ambitieuze Ma zijn schoolvrienden hebben verteld. Op zijn vijftigste mag Ma zich zelfs de rijkste Chinees noemen: Bloomberg raamt zijn vermogen op zo’n 21,8 miljard dollar, bijna 17 miljard euro.
En dat was dan nog vóór de beursgang: die zou hem nog eens zo’n 820 miljoen dollar rijker maken. Al beloofde hij eerder al om die opbrengst volledig weg te schenken aan goede doelen, vooral aan milieuprojecten. Alweer slim bekeken, want zo tackelt de Alibaba-oprichter meteen twee huizenhoge problemen in zijn land: de toenemende milieuvervuiling enerzijds en de kloof tussen arm en rijk die een almaar gevoeliger thema wordt in het (officieel nog altijd) communistische China.
“Zelfs al schenk ik 99% van mijn vermogen weg – en dat ben ik écht wel van plan – dan nog houd ik meer over dan ik eigenlijk nodig heb”, liet hij zich onlangs ontvallen. Iets wat de Communistische Partij maar wat graag hoort, wellicht ook omdat Jack Ma massaal de liefdadigheidsfondsen van de echtgenotes van belangrijke ambtenaren steunt en “goeie zaken” doet met banken en staatsbedrijven die geleid worden door families van invloedrijke partijbonzen…
Enorme oorlogskas
Rest nog de vraag wat Alibaba met de nieuwe ‘oorlogskas’ van ruim 21 miljard dollar gaat aanvangen. De voorbije maanden nam de Chinese internetgigant het ene bedrijfje na het andere over in de Verenigde Staten, wat op de hoofdkwartieren van Amazon en eBay alvast tot flink wat nervositeit begint te leiden.
Eén ding is nu al zeker: een pak van die miljarden zal Alibaba in de ontwikkeling van de mobiele handel pompen. Nu al zijn een half miljard Chinezen verslingerd aan hun smartphone en het gros van hen koopt en verkoopt via Alibaba-apps. En Jack Ma maakt er geen geheim van dat de rest van de wereld – te beginnen met de Verenigde Staten en Europa – snel zal volgen. “Ja, onze ambities zijn wereldwijd”, zegt Ma zonder verpinken.