Belgische e-commerce hinkt achterop
Eerst enkele sprekende cijfers uit het nieuwste e-commercerapport van Wijs: de Europese e-commerce industrie wordt gedomineerd door het Verenigd Koninkrijk (96 miljard euro omzet), Duitsland (50 miljard euro) en Frankrijk (45 miljard euro). Met hun drieën waren zij in 2012 samen goed voor 61% van de Europese e-commerce omzet. “België wordt omringd door 72% van de hele Europese e-commerce omzet“, becijferde digitale marketingspecialist Wijs.
Gevolg: ongeveer 35% van de Belgische onlinebestedingen vloeit rechtstreeks naar buitenlandse webshops (zie illustratie), en dat aandeel is nog een pak groter als we ook de Belgische filialen van buitenlandse bedrijven meerekenen. Toch heeft ons land in principe alle troeven in huis om een e-commerce exporteur te zijn: meertaligheid, een centrale ligging en een logistiek knooppunt van wegen, havens en luchthavens.
Beperkte thuismarkt met tal van belemmeringen
Hoe komt het dan dat ons land wordt overspoeld door buitenlandse reuzen als Amazon, Bol.com, Zalando of Coolblue en dat Belgische retailers achter de feiten aanlopen? Vooral omdat de buitenlandse spelers kunnen terugvallen op een veel grotere thuismarkt: “Zowel in het Verenigd Koninkrijk, in Duitsland als in Frankrijk kocht in 2010-2011 al meer dan 1 op de 2 inwoners frequent online, terwijl in diezelfde periode slechts 30% van de Belgen frequent online kocht en net geen 20% zelfs helemaal niet”, aldus Wijs.
Daarnaast is de Belgische e-commerce niet bepaald verwend door de regelgever. Zo ligt de loonkost hier 20% hoger dan in de buurlanden, zijn ook de btw-tarieven hoger en verloopt de pakketlevering trager en duurder. “Daardoor zijn buitenlandse spelers voor de consument al snel goedkoper”, klinkt het. Bovendien zijn er meer verplichtingen inzake productveiligheid en worden klachten rond online veiligheid nauwelijks opgevolgd.
De ‘underserved’ en de ‘unserved’ bedienen
Toch ziet Wijs volop opportuniteiten voor Belgische webshops: liefst 49% van de Belgen koopt niet online door het gebrek aan aanbeveling en expertise van een verkoper, zo blijkt uit onderzoek. “De meeste webshops spreken nu vooral shoppers aan die exact weten wat ze willen, maar de groep die zich online informeert maar geen antwoord vindt op zijn vraag is veel groter. Zij trekken soms naar de winkel voor extra advies, maar retailers zouden die klanten ook online voor zich moeten winnen.”
Kortom, “de grote e-commerce spelers richten zich vooral op de red ocean van klanten die al exact weten wat ze willen. Focus op de blue ocean van twee consumentgroepen die nu niet goed of zelfs helemaal niet worden bediend: de underserved audience – “Ik weet ongeveer wat ik wil maar ik heb hulp en advies nodig” – en de unserved audience – “Ik weet niet wat, maar ik heb zin om te shoppen”. Die mensen die shoppen als tijdverdrijf, als retailtherapie, vormen volgens Wijs “een onontgonnen markt, waar comfort en service zwaarder doorwegen”.
Dat zijn twee doelgroepen die de meeste retailers kennen, want ze krijgen ze vandaag al in hun bakstenen winkels over de vloer. Door die nu ook online op hun wenken te bedienen, moet de e-commerce in ons land ook kunnen groeien, besluit Wijs met een optimistische noot. Want er is nog wel degelijke marge: het aandeel van de internetverkoop in België bedraagt nog maar 3% van de totale retailomzet, terwijl het Europese gemiddeld op 5% ligt.