De Europese Commissie heeft een aantal maatregelen uitgewerkt om consumenten een betere toegang tot buitenlandse webwinkels te geven. Zo zullen die niet zomaar klanten kunnen weigeren op basis van hun woonplaats.
Aankoop op buitenlandse website nog niet ingeburgerd
De eengemaakte Europese markt is alleszins nog geen realiteit in de digitale economie. Zo kocht in 2014 al 44% van de bevolking iets online, maar slechts 15% deed dat op een buitenlandse website.
Wie op een buitenlandse website iets wil kopen, komt ook vaak van een kale reis terug. Zo weigeren heel wat online retailers te leveren in het buitenland. Een onderzoek van de Europese Commissie leert dat slechts 37% van alle webwinkels dit doet. En als dat wel kan, vormen hoge transportkosten vaak een rem.
Wie echter fysiek naar een buitenlandse winkel gaat, heeft al die problemen niet. Hij koopt en betaalt zijn product net als een lokale consument. Dus zou dit ook zo moeten kunnen voor digitaal gekochte goederen en diensten, vindt de Europese Commissie.
Rem op geoblocking
De Europese Commissie wil dan ook de geoblocking aanpakken. Dat is de praktijk waarbij consumenten die vanuit het buitenland op een website komen geen toegang krijgen tot de verkoopmodule.
De geoblocking wordt grotendeels verboden als de Commissie haar zin krijgt. Handelaars zullen hun website niet meer mogen blokkeren voor bezoekers uit andere Europese lidstaten. Ze zullen die consumenten evenmin nog automatisch mogen doorsturen naar zijn de webwinkel van hun thuisland. En er zullen geen verschillende betalingsvoorwaarden mogen gelden voor ingezetenen dan voor andere kopers uit de Europese Unie.
Toch is het verbod op blokkering niet algemeen. Zo zou ze overeind kunnen blijven als lokale reglementen dit noodzakelijk maken, bijvoorbeeld bij de verkoop van alcoholische dranken. Ook zijn er soepelere regels voor kleine aanbieders.
De geoblocking houdt overigens niet in dat elke webwinkel verplicht wordt om te leveren in het buitenland. Het volstaat dat een inwoner uit een andere Europese lidstaten dezelfde mogelijkheden krijgt als een lokale ingezetene. Zo zullen Belgen die iets kopen op een Duitse website zelf een transport moeten organiseren of een lokaal Duits adres opgeven als de Duitse webwinkel niet levert in het buitenland.
Toezicht op de transportkosten
Een tweede belemmering die de Europese Commissie wil opruimen, is die van de hoge afleveringskosten bij grensoverschrijdende verzending. Momenteel zijn die vaak tot vijf keer zo hoog als voor een binnenlandse bezorging zonder dat er een duidelijk verband lijkt met de echte kosten.
De Commissie hoopt op een zelfregulering. Om de concurrentie en de transparantie te verhogen, zullen bezorgers van pakjes die een bepaalde omvang bereiken hun tarieven ook moeten overmaken aan de nationale toezichthouder. Verder zullen derden toegang moeten krijgen tot de diensten van de lokale universele dienstverlener voor het vervolledigen van het transport.
Als die aanpak niet tot resultaten leidt, wil de Commissie in 2019 bijkomende maatregelen kunnen treffen.
Zekerheid voor de consument
Ten slotte wil de Europese Commissie ook dat de consument een sterker juridisch verweer heeft als iets fout loopt. Nu twijfelen veel Europeanen nog over een aankoop in het buitenland omdat ze hun rechten niet kennen of omdat ze denken dat die moeilijk te handhaven zijn.
Zo zullen de lokale hoeders van de consumentenrechten beter worden gewapend om websites waarop oplichtingspraktijken staan sneller te sluiten, om gegevens op te vragen van de domeinbeheerders en zo de identiteit van de verantwoordelijke handelaar te kunnen achterhalen en om te kijken of de voorwaarden op de website conform de wetgeving zijn.
Het voorstel van de Europese Commissie moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement en door de Raad van Ministers. De Commissie heeft aangedrongen op een snelle behandeling.