Weinig landgenoten – behalve misschien een verdwaalde voetballiefhebber – zullen opkijken als ze de naam Mandemakers horen. Bij onze noorderburen ligt dit wel anders. De Mandemakers Groep, oftewel DMG, telt in Nederland ruim 30 formules en werd groot met het verkopen van keukens.
De keukengigant is in 1978 gestart vanuit de schuur van zijn vader met een startkapitaal van een luttele 3.180 euro. Tegenwoordig controleert Mandemakers echter quasi 50% van de Nederlandse keukenmarkt, met een indrukwekkende lijst enseignes als Mandemakers Keukens, Brugman Keukens & Badkamers, KeukenConcurrent, Grando Keukens, Keuken Kampioen, Nieuwenhuis Keukens, Tweede Kamer, Keukenmaxx, Svea, Barletti,Edmon Keukens, Wooning Keukens & Badkamers, Montel, Sanders Meubel- en Keukenstad, Morres, Natuzzi, Fauteuilerie en Piet Klerkx.
Een opmerkzame lezer zal ook meubelen in het lijstje hebben zien staan. Ook in dat segment wilt Ben Mandemakers zijn zegje hebben en met de recente overname van Morres in Hulst voegt Mandemakers de daad bij het woord. RetailDetail ving het gerucht op dat nu België aan de beurt is, dus belden we Ben Mandemakers en peilden naar zijn ambities.
Meneer Mandemakers, laten we direct met de deur in huis vallen. Wanneer start u in België?
B.M.: Tja, eigenlijk zitten we er al. We hebben belangen in Grando Keukens (6 winkels in België) en wij controleren ook de 7 Siematic-winkels, die opereren onder de naam Keukenontwerpers. Maar om op uw vraag te antwoorden: We zijn volop aan het inventariseren en zijn van zinnens om in 2011 met een nieuwe formule te starten in België. Deze formule luistert naar de naam SVEA Keukens.
Ik heb nu elke keukenformule in België bezocht. Bij elke keten heb ik zo mijn eigen gevoel en bedenkingen. Ik denk dat we een serieuze meerwaarde kunnen betekenen voor de Belgische klant. Ook zijn we op zoek naar franchisenemers voor onze Grando Keukens in België. Ik zie op de Belgische markt veel kansen voor DMG.
Wat strategie betreft, heb ik voor België hetzelfde doel voor ogen als in Nederland. Iedere consument, ongeacht zijn budget, smaak- of kooppatroon, moet bij De Mandemakers Groep zijn keuken, badkamer en meubelen kunnen kopen. Daarom wil ik de volledige markt, van het onderste prijssegment tot en met de exclusieve top, afdekken met winkelformules.
Door aparte concepten neer te zetten is het risico gespreid en is mijn marktaandeel veiliggesteld – in goede en slechte jaren. Die strategie heb ik in Nederland steeds consequent gehandhaafd. KeukenConcurrent positioneert zich bijvoorbeeld steevast als de goedkoopste, Keukenkampioen zit in het midden- tot lage segment, SVEA is jong en dynamisch en Grando is dan weer design. Barletti vertegenwoordigt dan weer de exclusieve top.
Behalve in de winkelpunten verkoopt u eigenlijk nog meer keukens in België dankzij eigen keukenfabrieken, niet?
B.M.: U doelt op de dealers van Pronorm Einbauküchen GmbH? Via een buitenlandse vennootschap waar DMG deel van uitmaakt, controleren wij inderdaad die keukenfabrieken. Toch blijft productie slechts een randactiviteit, we produceren
slechts 30% zelf. Pronorm is voor DMG een leverancier zoals alle
andere.
Het is belangrijk te onderstrepen dat al mijn formules een eigen management hebben. Ze voeren een afzonderlijke strijd, net zoals Media Markt, Saturn en Makro dit doen. Het is een goed systeem omdat het iedereen scherp houdt.
Natuurlijk zullen we wanneer we in België meer winkelpunten openen niettemin respect opbrengen voor de Pronorm-dealers en willen we rekening houden met hun verzorgingsgebieden. Op de Belgische markt zullen we dus actief zijn met andere keukenmerken.
Sinds de millenniumwissel bent u over de grenzen heen aan het kijken?
B.M.: Inderdaad. In Nederland hebben we nog ruimte voor een 100-tal winkels (nu 310 vestigingen, nvdr), maar we kijken al veel verder dan onze eigen landsgrenzen. Heel binnenkort gaan we in België van 15 naar 30 winkels. Onlangs hebben we bovendien onze joint-venturepartner in Culinoma uitgekocht, alweer goed voor meer dan 100 keukenzaken in Duitsland, met uitzicht op 200 tot 250 winkels. Daarbuiten voorzie ik nog groei in landen zoals Tsjechië (nu 3 winkels), Curaçao, Bonaire en Singapore (1 winkel).
Wat vindt u de grootste kracht van DMG?
B.M.: Vooral luisteren naar de klant is onze sterkte. Dat samen met onze processen en de snelheid van het bestuur: het past allemaal naadloos in elkaar. Sta me toe een voorbeeld te geven. Wij distilleerden de nood aan een
welbepaalde greeploze keuken. Wel, op 6 weken stond die keuken in de
toonzalen. Die flexibiliteit doet niemand ons na.
Hier op ons hoofdkantoor werken 500 mensen die de volledige afhandeling doen. De andere 5000 werknemers voelen zich daar enorm door geruggensteund. We hebben trouwens heel recent een nieuw, omvangrijk hoofdkantoor laten neerzetten om een nog veel grotere opslagruimte voor keukens te kunnen voorzien.
Ik durf stellen dat wij het modernste logistieke proces van Europa hebben. En het werkt prima: ik lever op jaarbasis bijvoorbeeld nog geen 5 keukens te laat.
Over klantenservice gesproken, hoe doet u de plaatsing en na-service?
B.M.: Alle keukens van het DMG-concern worden door de dochteronderneming De Keukenman geleverd en gemonteerd. Zij installeren zowat 1.200 keukens per week. De installateur werkt in een beperkte straal, maar hij installeert er het volledige gamma. Hij rijdt bij wijze van spreken van de ene straat naar de volgende en bouwt er de goedkoopste tot de duurste keukens op. Dat werkt natuurlijk veel efficiënter dan een apart serviceteam per individuele winkel, denk alleen maar al aan de reistijd en de afstanden.
Voor onze andere productgroepen werken we op dezelfde manier. Zo hebben we de Badenman en de Meubelman. Om dit logistiek te ondersteunen, hebben we ongeveer 850 professionele mensen in dienst en een centraal magazijn van 45.000 m² op dezelfde locatie als het hoofdkantoor van DMG Keukens. Voor onze meubelen hebben we op ook nog een magazijn van 60.000 m² en de badkamers leveren we vanuit ons 15.000 m² grote magazijn. De installaties in België zullen dankzij dat uitgebreide netwerk evenmin een probleem vormen, vermits ons servicecenter in Waalwijk kortbij de grens ligt.
Begrijp ik het goed dat u vier afdelingen heeft?
B.M.: Inderdaad, DMG heeft vier poten, namelijk keukens, badkamers, meubelen en productie. De volledige keukenomzet beslaat omzeggens 60%. Je moet weten dat wij met Duitsland erbij bij benadering 70.000 keukens
omzetten. Het meubeltraject moet daarenboven verdubbelen naar 500
miljoen euro. Alles bij elkaar wil ik van 1,1 miljard euro snel naar de
1,5 miljard euro!
Doet u ook projecten?
B.M.: Ja, dat doen we sinds 3 jaar en we boeken op dat gebied mooie successen! De aannemerswereld wordt vanuit het hoofdkantoor aangestuurd over alle winkelformules heen. Dat geeft als voordeel dat men voor elke prijsklasse de bouwheer kan bedienen. Sowieso is er altijd wel een winkelformule in de buurt, dus dat is lekker makkelijk.
Met argwaan zag de meubelbranche hoe u de afgelopen jaren hun markt binnendenderde.
B.M.: Ik nam eerst Nijman International over, bekend van formules als Montel, Sanders Meubelstad en Riant, en later Piet Klerkx en Stoutenbeek van Macintosh. Vorig jaar was Morres aan de beurt, goed voor 9,6 miljoen euro – waarvan 7,7 miljoen euro voor de gebouwen, gevolgd door een investeringsplan van 4,5 miljoen euro. In de meubelbranche heb ik zodoende ondertussen een zestigtal zaken, waarmee ik over vijf jaar een omzet van 500 miljoen euro wil bereiken.
Welke plannen heeft u met Morres?
B.M. : Morres is op korte termijn getransformeerd tot een woonwarenhuis van 40.000 m². Over vijf jaar zal het zelfs een heus woonthemacentrum van 85.000 m² voor indoor en outdoor living zijn. Het gezegde ‘een dagje Morressen’ kan je dus binnen de kortste keren letterlijk nemen. Met 40.000 m² is Morres nu al tweemaal zo groot als de gemiddelde Ikea-vestiging! Alleen al door de oppervlakte is het dit woonwarenhuisconcept uniek in de Benelux en zelfs vrij uniek in Europa. De winkelformule is zijn tijd ver vooruit.
Het nieuwe concept biedt alles voor het wonen en leven in en om het huis: van een kinderbadje over home cosmetica tot en met een seniorenbed. We bieden er ook alles aan voor koken en tafelen. Om het assortiment échte kunst niet te vergeten. Bovendien richten we ons op het hele gezin: van jong tot oud!
Morres wil veel meer zijn dan een meubelzaak met een afdeling ‘woonaccessoires’. Er staan merkenshops van meubelen (shop-in-shop), maar ook van verwenproducten zoals Crabtree & Evelyn en Rituals home.
Volgens de Mandemakers-filosofie wordt er daarenboven gewerkt met exclusieve huismerken zoals ‘Homeland’, een private label voor trendy meubelen en accessoires. Wat het Morres woonwarenhuis zeker onderscheidt van alle vestigingen in de binnenstad zijn de zogenaamde rustruimtes. We voorzien riante rustpleinen van circa 250 m² met zitjes, planten en een vleugelpiano.
Met dezelfde bedoeling zullen we een Morreswinkel uitrusten met een authentieke expositieruimte van 600 m², zoals in een kunstgalerij of museum, met echte kunst aan de muur of op de vloer of een sokkel. Hier kunnen bezoekers even in alle rust bijkomen en genieten. Een echt dagje Morressen dus, maar met een ‘Mandemakers touch’.
Zo te horen gaat het ook hard in meubelland.
B.M.: Inderdaad, en ik begin nog maar net! Het roer moet echt om binnen de meubelsector. De meubelbranche wordt op dit moment door fabrikanten gedreven. Ik ben echter van mening dat de consument bepaalt. Wie zou beter weten wat de consument wil: de fabrikant of de detaillist die dagelijks rechtstreeks contact heeft met de consument? De retailer kent de klant, dus hij weet als geen ander wat de consument wil.
De meubelbranche zou een voorbeeld moeten nemen aan het businessmodel van de modebranche. Zij werken met strategische partners, die voor een continue aanvoer van goederen zorgen.
We willen daarenboven kortere levertijden bereiken: wat Ikea kan, moeten wij toch ook kunnen? Wie wil nog 16 weken wachten? Basisartikelen en de huiscollectie (1/3 van ons assortiment) moeten uit voorraad leverbaar zijn. Leveranciers zullen op de collectie, de prijs én de levertijd gescreend worden.
Internet is ons overigens ook niet onbekend. Het internet is een verkoopkanaal dat in de genen van Morres zit: dankzij de catalogus beschikken we al jarenlang over ervaring met verkoop op afstand. Nu verkopen we 5% via internet, over drie jaar moet dat 10-15% zijn.
De winkels mogen daarbij echter zeker niet naar de achtergrond verdwijnen. Vergis je niet, slechts 50% van de online verkopen gebeurt door mensen die nog nooit in de winkel zijn geweest. Dit geldt echter niet voor keukens of badkamers. Wij willen daarom verkopen via verschillende verkoopkanalen.
Aha, reeds synergie gevonden tussen de clicks en de bricks?
B.M.: Ik investeer nu heel veel in internetwinkels. Als webshops hebben we Saniweb, Apparatenkampioen en Keukensonline. Daar verlies ik nu weliswaar op, en ik weet dat dit nog zeker vijf jaar zo zal blijven. Maar het zesde jaar moet het geld gaan opleveren. Dan wil ik meteen marktleider zijn.
Opvolging is ook reeds voorzien. Uw kinderen zijn ook al aan de bak?
B.M.: Ja, Stefan doet de Mandemakers Keukens, Dennis zit mee in het servicegedeelte en mijn jongste zoon Rick studeert nog, maar staat in de weekends keukens te verkopen. Ik ben een tevreden man!
Wat zou u dan toch nog kunnen verrassen?
B.M.: Moesten de huidige marktomstandigheden nog slechter worden, zou ik zeker onaangenaam verrast zijn. Of als bijvoorbeeld de rente of de werkloosheid zou stijgen. Zulke zaken kunnen je altijd verrassen, hoe goed je alles ook plant of hoe strak je de teugels ook houdt. Die dingen heb je niet in de hand.