De eenmalige toeslag van 2,7 cent per liter die vorig jaar aan de Belgische melkboeren werd toegezegd, is volledig betaald door de consument. Dat blijkt uit het jaarverslag van het Prijzenobservatorium van de FOD Economie.
46 miljoen euro steun toegezegd
Ter compensatie voor de lage melkprijzen werd in augustus in het ketenoverleg (landbouwers, industrie en distributeurs) afgesproken dat de melkboeren een eenmalige toeslag zouden krijgen van 2,7 cent per liter geproduceerde melk. De steun was goed voor een totaal van naar schatting 46 miljoen euro.
Concreet zouden de warenhuizen 14 cent per liter verkochte melk in een fonds storten, van waaruit de melkveehouders dan zouden worden betaald. Het Prijzenobservatorium stelde vast dat vanaf september, de maand waarin het akkoord in werking trad, melk plots fors duurder werd.
“De prijzen van volle en halfvolle melk voor zowel A-merken als huismerken en eersteprijsproducten lagen in de periode september-oktober 14 à 17 cent per liter hoger dan in augustus 2015”, stelt Peter Van Herreweghe van het Prijzenobservatorium. “De warenhuizen hebben er bijgevolg voor gekozen om de verschuldigde bijdrage aan het fonds voor de melkveehouders integraal door te rekenen aan de consument.”
Boer kreeg “zelfs mét de toeslag nóg minder”
In een reactie zegt handelsfederatie Comeos dat zij enkel tussenbeide kwam bij de onderhandelingen over de toeslag. “Hoe onze leden die doorrekenen, is hun zaak”, zegt woordvoerder Peter Vandenberghe. “Daarover mogen trouwens geen afspraken worden gemaakt; anders wordt dat beschouwd als prijsafspraken.”
Bij de Boerenbond wijst men er dan weer op dat de prijs bij de boeren zelf zeker niet is gestegen. Integendeel zelfs: “In januari kreeg de melkboer 5 cent minder per liter melk dan in augustus vorig jaar”, zegt de woordvoerster van de Boerenbond Anne-Marie Vangeenberghe aan Belga. “Dat betekent dat zelfs mét de toeslag de prijs nog 2 cent per liter gedaald is.”