Consument moet zich kunnen informeren
De informatie moet consumenten met een allergie aan bijvoorbeeld gluten, eieren, noten, vis, schaaldieren of mosterd toelaten te beslissen of ze het product al dan niet kunnen verbruiken.
De informatieplicht gaat voor de niet-voorverpakte voedingsproducten in vanaf zaterdag 13 december. Voor de voorverpakte was ze al een tijdje van kracht.
Volgens het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) bestond over de toepassing van de verplichting echter heel wat onduidelijkheid. Zo dachten veel zelfstandigen dat de mededeling schriftelijk via etiketten of informatieborden moest gebeuren. Tevens vreesden ze dat ze hun keukengeheimen dienden prijs te geven.
“Dat is gelukkig niet het geval. Die informatie mag ook mondeling worden gegeven”, weet NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws. Voorwaarde is dan wel dat de horecazaak of de voedingswinkel hun klanten in kennis stellen van de mogelijkheid om ze te vragen via een vermelding op een plakkaat, een affiche, de menu’s en zo meer.
Een bevraging bij 557 horecazaken leert het NSZ dat 98% dan ook kiest voor de mondelinge communicatie. Zij vinden het administratief immers niet haalbaar om alle informatie schriftelijk te geven.
68 procent van de lokale voedingswinkels zegt trouwens nu al dagelijks vragen te krijgen van klanten over het al dan niet aanwezig zijn van bepaalde ingrediënten en allergenen in de aangeboden producten.
Verplichting geldt ook online
De zorgvuldigheidsplicht op het vlak van voeding geldt voortaan trouwens ook voor de online verkoop: daar moet vanaf 13 december voor elk voorverpakt voedingsproduct een informatiefiche met de samenstelling ervan beschikbaar zijn. Op die manier kan de consument zich toch informeren, zelfs al kan hij het product en het etiket niet fysiek bekijken.
Is de informatiefiche niet beschikbaar, dan mag het niet meer via het internet worden verkocht. Niet in orde zijn met de regelgeving heeft dus zowel gevolgen voor de productleverancier als voor de retailer.