Superettes in opmars in grote(re) steden
Tussen 2005 en 2010 is het aantal superettes in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met liefst 47% toegenomen (van 90 naar 132), terwijl hun aantal in Vlaanderen en Wallonië blijft afnemen (respectievelijk -8% en -3%), zo stelt de statistische dienst van de federale overheid in haar nieuwste studie over de voedingssector in zelfbediening.
Toch is dit geen Brussels maar eerder een (groot)stedelijk fenomeen, blijkt uit de detailanalyse. Sinds enkele jaren neemt het aantal superettes in de meeste Belgische grote steden namelijk opnieuw toe. Zij lijken daar steeds meer de plaats in te nemen van de traditionele buurtwinkels: tussen 2005 en 2010 steeg het aantal superettes in Antwerpen van 38 naar 51, in Gent van 23 naar 31, in Luik van 19 naar 24, in Charleroi van 11 naar 14 en in Namen van 12 naar 16.
Vooral tweeverdieners onder tijdsdruk spreiden hun aankopen over meerdere keren per week, voor en na de kantooruren en in winkels dicht bij hun woning of bedrijf. Daar spelen de moderne buurtwinkels in zelfbediening – veelal franchisezaken in samenwerking met de grote ketens – prima op in, aldus nog de FOD Economie.
10% minder winkeloppervlakte in Brussel, 10 % méér in de rest van het land
Het aantal super- en hypermarkten in het Waalse en Vlaamse Gewest is tussen 2005 en 2010 wel toegenomen. Eind 2010 telde Vlaanderen 1.508 supermarkten, goed voor 1.425.375 m² verkoopoppervlakte, en 48 hypermarkten, goed voor een slordige 295.500 m². In Wallonië waren er 896 supermarkten (898.950 m²) en 36 hypermarkten (282.775 m²), terwijl de Brusselaars het moesten stellen met 144 supermarkten en 8 hypermarkten.
De gemiddelde oppervlakte van alle voedingswinkels samen nam zowel in Vlaanderen als in Wallonië met iets meer dan 10% toe in die periode, terwijl de gemiddelde oppervlakte in het Brusselse Gewest met iets meer dan 10% afnam. Om u een idee te geven: de 267.605 m² winkeloppervlakte die er alleen al in Vlaanderen de voorbije vijf jaar bijkwam, komt overeen met 53 voetbalvelden extra.
Nog goed om te weten: de provincie Antwerpen telt met 593 superettes, super- en hypermarkten de meeste voedingszaken in zelfbediening, gevolgd door Oost-Vlaanderen (503) en West-Vlaanderen (467). De provincie Luxemburg is de hekkensluiter met 118 van dergelijke winkels.
Goed en slecht nieuws
De toename van het aantal winkels mag dan al goed nieuws zijn voor de consument, voor de sector zelf heeft de medaille ook een keerzijde. Als de totale winkeloppervlakte sneller stijgt dan de omzet, gaat het bergaf met de rendabiliteit.
“Het klopt dat de rendabiliteit nu minder hoog is dan tien jaar geleden”, bevestigt Luc Ardies van Unizo in De Standaard. De nettowinst bedraagt gemiddeld hooguit 2 tot 2,5 procent van de omzet. Volgens Peter Vandenberghe van handelsfederatie Comeos is zelfs dat cijfer nog te hoog gegrepen: “Op een winkelkar met 50 euro aan producten verdient een winkelier vaak niet meer dan 75 cent”, stelt hij, wat snel gerekend neerkomt op een rendabiliteit van nauwelijks 1,5 procent.