Het Brits-Nederlandse voedingsbedrijf Unilever wil voor zeven miljard euro aan merken verkopen. Daarbij zitten ook bekende namen als Becel. Het wil zo de aandeelhouderswaarde opkrikken, in de nasleep van het mislukte overnamebod door Kraft Heinz.
Breuk tussen aandeelhouders
Grote investeringsbedrijven als Bain Capital, CVC en Clayton Dubilier & Rice zouden al een bod voorbereiden en ook Kraft Heinz kijkt met interesse naar de plannen van Unilever. Het slaagde er dan wel niet in om heel Unilever in te lijven, maar zo zou het toch een deel van de koek te pakken kunnen krijgen.
Het idee voor de verkoop is het vrijwel directe gevolg van een overnamebod door Kraft Heinz enkele weken geleden. Dat bood toen meer dan 130 miljard euro voor een overname, maar dat bod werd resoluut afgewezen door het bestuur. Daarbij ontstond wel een kleine breuk binnen de aandeelhouders: een aantal onder hen wil de huidige koers aanhouden, die vooral mikt op de lange termijn, terwijl een ander deel wil dat Unilever ook mikt op winst op korte termijn.
De verkoop van merken zou ervoor zorgen dat er op korte termijn meer waarde wordt gecreëerd voor de aandeelhouders en kan dus gezien worden als een charmeoffensief.
Nieuwe strategie
Unilever zou volgende maand ook met een nieuwe strategie komen, die meer mikt op de korte termijn. Zo zijn er mogelijk plannen om agressiever in de kosten te gaan snijden en om meer geld uit te keren aan de aandeelhouders. Zo wil Unilever ook een minder gemakkelijke prooi worden voor een overname. Naast de verkoop van merken wordt er ook gekeken naar mogelijke overnames: zo wordt er al gelonkt naar de huishoudelijke tak van Reckitt Benckiser, met merken als Vanish en Dettol.
De verkoop van de margarinemerken zou in ieder geval het einde van een tijdperk betekenen voor Unilever, want die producten zijn al sinds het ontstaan van het bedrijf in 1930 onderdeel van het assortiment. In 2014 werden de margarines en andere smeersels al ondergebracht in een aparte divisie, wat toen al de geruchten over een verkoop voedde.