Unilever heeft solide resultaten neergezet in het derde kwartaal, maar toch bleef de FMCG-fabrikant een fractie onder de verwachtingen. De opkomende markten blijven de groeimotor bij uitstek, al zorgde de Chinees-Amerikaanse handelsoorlog wel voor een groeivertraging in Azië.
Amper 0,1%
In het derde kwartaal zag Unilever de totale omzet op autonome basis aangroeien met 2,9% tot 13,3 miljard euro: daarmee presteerde de fabrikant van onder meer Dove en Ben & Jerry’s amper één tiende percent onder de verwachtingen van analisten, die uitgingen van 3,0% organische groei. Alle divisies gingen vooruit, maar vooral de huishoudproducten sprongen eruit met een groei van 5,4%.
In Europa vielen de opbrengsten van het concern met 0,3% terug. Het verkoopvolume nam wel toe, maar de producten werden verkocht tegen lagere prijzen. Vorig jaar zorgde de erg hete zomer bovendien voor een enorme boost in de ijsjesverkoop, een meevaller die zich dit jaar niet opnieuw voordeed. Globaal gezien daalde de omzet in de ontwikkelde markten met 0,1% tot 5,5 miljard euro.
Handelsoorlog
De opkomende markten daarentegen blijven voor groei zorgen, al is er wel sprake van een vertraging tegenover het vorige kwartaal. De handelsoorlog remde immers de binnenlandse consumptie in China af. Alle opkomende markten samen groeiden met gemiddeld 5,1%. Een mooi resultaat, maar wel een vertraging: tijdens het tweede kwartaal was dat nog meer dan 7%.
Unilever houdt zijn verwachtingen voor het volledige boekjaar intact: de producent voorspelt een onderliggende omzetgroei van 3 à 4%. In 2020 wil het concern een operationele marge van 20% bereiken.