Wageningen Universiteit gaat samen met tien bedrijven, waaronder Unilever, de komende vier jaar werken aan de verdere ontwikkeling van een nieuwe vleesvervanger. De techniek zelf bestaat al een tijdje.
Echt duurzaam alternatief
Het was de Wageningen Universiteit zelf die twee jaar gelden de nieuwe techniek ontwikkelde om plantaardige biefstuk te maken. Met de steun van de multinationals wil het die techniek nu verfijnen, zodat de producten binnen enkele jaren ook effectief op de markt kunnen komen.
“We hebben vorig jaar echt een omslag gezien bij grote bedrijven. Tot voor kort zeiden ze: we weten het nog niet, we moeten het nog zien gebeuren of het wat wordt met vleesvervangers. Nu zeggen ze: dit is de toekomst, we moeten hierin stappen. Dat heeft geresulteerd in dit project”, zegt projectleider en hoogleraar Atze Jan van der Goot aan de NOS.
Voor Unilever betekent het alvast een volgende stap binnen zijn strategie rond duurzaamheid, die de voorbije weken binnen het bedrijf wel onder druk is komen te staan. “We verwachten een plantaardig alternatief voor vlees dat echt duurzaam is, met een lekkere smaak en een goede voedingswaarde”, verklaart een woordvoerder.
Meer structuren en goedkoper
Het verschil met andere vleesvervangers op de markt, is vooral de structuur. “De vleesvervangers die nu op de markt zijn, lijken of op kippenvlees of het zijn gehakt-achtige producten. Met onze technologie is het mogelijk om andere structuren te gaan maken zoals varkensvlees of de plantaardige biefstuk.” Dat moet ervoor zorgen dat ook niet-vegetariërs meer interesse krijgen in het product. Daarnaast is de nieuwe techniek veel goedkoper, omdat ze met relatief goedkope en kleine machines kan worden uitgevoerd.
“Het idee is om machines, ongeveer ter grootte van een gehaktmolen, bijvoorbeeld neer te zetten bij slagers. Dan kan hij zelf zijn vleesvervanger maken”, zegt hoogleraar Van der Goot. “De biologische slager in Wageningen bijvoorbeeld krijgt nu al vragen van klanten naar vleesvervangers. Consumenten vinden het dus nu al heel logisch om vleesvervangers bij slagers te kopen.”
Momenteel is het marktaandeel van vleesvervangers slechts 2 procent, maar volgens de hoogleraar kan dat een pak hoger, dankzij deze techniek. “Misschien wel uiteindelijk tot de helft van de markt.”
Gekweekte hamburger
Nederland is al een tijdje een voorloper in de zoektocht naar duurzame alternatieven voor de hoge vleesconsumptie. Zo ontwikkelde de Maastrichtse professor Mark Post enkele jaren geleden ook al een hamburger die in een labo werd gekweekt.