Wirwar aan labels en procedures
De lastenboeken bepalen de eisen die de afnemers stellen aan de veehouders, de voederproducenten, de transporteurs, het slachthuis, de uitsnijderijen en de groothandel. De bepalingen slaan op hun manier van werken en op het respect voor het dierenwelzijn. Die moeten zowel via zelfcontrole als via certificering door een externe instantie op peil worden gehouden.
De invoering van dergelijke kwaliteitslogo’s en certificeringen werd op gang getrokken na de dioxinecrisis in België en hadden tot doel om het vertrouwen van de consument in het vlees van eigen bodem te herstellen.
Via de opstart van het Meritus-label voor rundsvlees in 1997 lukte dat eerst ook, tot een diversiteit aan labels en lastenboeken ontstond. Zo kwam Wallonië met het keurmerk BBQS (Blanc Bleu Qualité Supérieure) voor vlees van het Witblauw-ras. Carrefour en GB voerden dan weer de Filière Qualité Carrefour in, terwijl de groep Mestdagh met Promeat kwam. Match en Cora hadden dan weer EDO, en Colruyt antwoordde met Kwaliteitsvlees Colruyt, dat extern gecontroleerd werd door Quality Control. Alleen Delhaize bleef op Meritus steunen.
Distributeurs stappen in eengemaakt systeem
Onderzoek naar de diverse lastenboeken van Carrefour, Delhaize, Colruyt en Cora leerde evenwel dat er weinig grote verschillen waren. Toch dienden landbouwers en vleesverwerkers die aan meerdere ketens wensten te leveren, steeds andere procedures te volgen.
Om deze veelheid weer overzichtelijk te maken, komt er vanaf 1 juli een eengemaakt lastenboek, waarop het toezicht is toevertrouwd aan de interprofessionele organisatie Belbeef. Deze is samengesteld uit vertegenwoordigers van de landbouwsector, de slachthuizen, de uitsnijderijen, de groothandel en de veevoederindustrie. De controles bij de landbouwers wordt door de vzw Codiplan opgevolgd, die in de slachthuizen en uitsnijderijen door de Federatie van de vleesverwerkende nijverheid Febev.
Intussen blijft er wel gehakketak tussen de landbouworganisaties en Febev over de omrekening van een warm geslacht gewicht naar een koud gewicht. Normaal moet dan 2% worden afgetrokken, maar de vleesverwerkers willen voor het witblauwe ras een hogere aftrek toepassen. En daar zijn de landbouworganisaties het dan weer niet mee eens.