Tony’s Chocolonely zag zijn omzet vorig jaar met dubbele cijfers groeien, maar de winst stevig dalen. Dat geeft niet, stelt het activistische merk: zolang de chocolade maar impact heeft.
De schuld van Barry
De omzet in het afgelopen boekjaar steeg met 21% tot 131,1 miljoen euro: een nieuw record voor de chocolademaker, die nochtans stevig geleden heeft onder de salmonella-uitbraak bij leverancier Barry Callebaut. Door de fabriekssluiting kon Tony’s geen chocoladeletters maken voor sinterklaas. Ook moest de lancering van Ben & Jerry’s-ijs met chocolade van het merk worden uitgesteld.
Die problemen wogen flink op de winst, die al enkele jaren aan het zakken is. De nettowinst klokte af op amper 72.862 euro, goed voor een winstmarge van 0,1%. Ook de inflatie en bijhorende kostenstijgingen, van personeel tot logistiek, drukten op de winst. Het bedrijf had in totaal 8,4 miljoen euro aan logistieke kosten.
Impact boven winst
Toch maakt het bedrijf er zich niet druk om: de brutowinstmarge ligt boven de 50%, zegt CFO Jan Huij aan de Volkskrant, maar belangrijker is dat Tony’s Chocolonely “een impactbedrijf” is: de missie chocolade slaafvrij te maken primeert. Het bedrijf wil vooral kinderarbeid tegengaan.
Over die impact is het merk alvast tevreden: Tony’s beweert dat in zijn toeleveringsketen vandaag nog maar 4,4% kinderarbeid zit, terwijl het industriegemiddelde zo’n 46% uitmaakt. Door meer te betalen voor de cacao, boeren te helpen professionaliseren en de productiviteit te verbeteren, wil het chocolademerk kinderarbeid op termijn volledig wegwerken, al blijft het “een proces van lange adem”.