Naar eigen zeggen heeft de Nederlandse onlinesupermarkt Picnic “de bijna ultieme oplossing gevonden” voor de dure last mile. Hun logaritme kan 10% aan bestelwagens besparen, goed voor een jaarlijkse kostenreductie van 1,5 miljard euro per jaar voor heel Nederland.
“Bijna ultieme oplossing”
Het logaritme, met de naam Vroom, pluist uit hoe je korte afstanden met veel stopplaatsen zo efficiënt mogelijk kunt afleggen. De Nederlandse onlineboodschappendienst regelt zijn distributie volgens een wiskundig logaritme, uitgedacht door medewerker Joris van Tatenhove: het systeem werkt met korte ritten waarop zo veel mogelijk klanten (bij voorkeur een twaalftal) dichtbij elkaar worden bediend. Sinds het logaritme wordt gebruikt, zou de efficiëntie van de ‘last mile’ met meer dan 10% zijn gestegen.
Mogelijk gaat Picnic het logaritme delen of verkopen aan andere bedrijven of steden en gemeenten. Logistiek expert Walther Ploos van Amstel berekende voor de websupermarkt immers de impact op de rest van de sector: er zouden 25.000 bestelauto’s minder nodig zijn in steden in Nederland als iedereen zou rijden volgens het Vroom-principe.
“Gebaseerd op de 250.000 bestelauto’s die fijnmazige distributie doen (zoals pakketleveringen en leveringen aan de horeca, kantoren en winkels), scheelt dat zo’n 25.000 voertuigen en zo’n 40.000 chauffeurs. En daarmee bespaar je weer veel ruimte, wat een steeds groter probleem in steden is”, besluit de specialist in stadslogistiek van de Hogeschool van Amsterdam.
Wel mogelijk voor anderen?
Alles samen zou de omslag naar Vroom een besparing van 1,5 miljard euro per jaar opleveren en een positieve milieubesparing (minder CO2, fijnstof en brandstof) van maximum 5%. “Het scheelt aan- en afrijtijd naar de stad of wijk omdat je meer zendingen kunt doen met minder voertuigen”, klinkt het.
Vraag is wel of andere spelers het systeem van Picnic überhaupt kunnen toepassen en in hoeverre het realistisch is om alle stadsdistributie op dezelfde manier te organiseren. Bovendien rept het trotse supermarktbedrijf er nog met geen woord over of het ‘zijn’ Vroom wel met anderen – inclusief mogelijke concurrenten – wil delen.