Met de opening van een indrukwekkende vestiging in Antwerpen heeft foodservicegrossier Sligro-ISPC niet meteen voor de makkelijkste weg gekozen, maar ondanks de harde concurrentiestrijd klinkt de boodschap duidelijk: “We zijn hier om te blijven.”
One stop shop
Van ‘an office with a view’ gesproken: vanuit zijn kantoor boven de vlaggenschipvestiging van Sligro-ISPC in de Antwerpse haven kijkt directeur Rudi Petit-Jean uit op het drukke scheepvaartverkeer in het Straatsburgdok. Hij heeft er sinds zijn aanstelling in oktober 2017 niet bepaald een rustige tijd op zitten. De komst van het Nederlandse bedrijf naar België verliep namelijk met horten en stoten: concurrenten voerden een heuse procedureslag om de nieuwkomer stokken in de wielen te steken. Dat kostte tijd en geld, maar toch blijft de ambitie van Sligro helder: minstens een top drie positie in de Belgische foodservicemarkt, met uitzicht op de eerste plaats. In Nederland is het bedrijf marktleider, in België bevindt de grossier zich momenteel “ergens tussen de derde en de vijfde plaats”, naargelang de manier waarop je de markt definieert.
De Belgische foodservicemarkt is nog steeds erg versnipperd, met veel kleine, lokale spelers die wat onder de radar blijven. “Een deel van de sector is te lang in de klei blijven steken, maar vandaag kom je daar niet meer mee weg”, constateert Petit-Jean. De sector verandert ingrijpend, en professionaliseert. Factoren als de invoering van de witte kassa, de trend naar informatisering, de strenge eisen inzake voedselveiligheid, allergenen, nutriënten en traceerbaarheid maken dat foodservicebedrijven gedwongen worden om te investeren. Voor kleinere spelers is dat moeilijker.
Bovendien wijzigt ook de vraag vanuit het horeca-cliënteel: een jongere generatie horecaondernemers pakt de zaken professioneler aan, kijkt naar efficiëntie en schaalbaarheid en wendt zich dan ook liever tot beter georganiseerde leveranciers. “Wanneer je werkt met veertien leveranciers, dan betekent dat ook veertien keer bestellen, veertien keer goederen ontvangen, veertien keer controleren… Sligro biedt hen het gemak van een ‘one stop shop’: één negotiatie, één conditiestelsel, één bestelling, één levering… Met de garantie van een constante kwaliteit ook.”
Witte kassa
Consolidatie staat in de sector dus zeker op de agenda, maar ook andere samenwerkingsverbanden kunnen lonen, denkt de directeur. “Kleinere bedrijven hebben nog wel bestaansrecht als ze zich richten op een specifieke niche. Neem bijvoorbeeld een lokale speler met een heel specifiek product: daar zouden we bijvoorbeeld mee kunnen samenwerken op het gebied van transport. Moeten we allemaal met onze eigen bestelwagens door de stad blijven rijden?”
Of foodservice een groeimarkt is? “Niet echt. De economische crisis en de witte kassa hebben een stevige impact gehad, de markt is zich nog aan het ‘zetten’. Als je de balansen bekijkt van veel horecaondernemingen, dan ziet dat er niet al te best uit… Ze worstelen met personeelskosten en hebben moeite om zich aan te passen aan de veranderde wensen van de consument. Je kan een goede brasserie zijn, maar nu moet je leren rekening houden met allergenen, met vegetarische wensen… Dat is allemaal niet evident.” Zeker de loonkosten wegen flink door. Petit-Jean ziet dan ook een tweespalt ontstaan: enerzijds ondernemers die het bewust klein houden en een beperkt aantal tafeltjes weten te bolwerken als koppel, bijgestaan door losse krachten. En anderzijds grootschaliger restaurants die als geoliede machines in verschillende shiften werken. Maar voor wie tussen twee stoelen valt, wordt het moeilijk.
Verdringingsmarkt
In Antwerpen kwam Sligro zijn voet zetten op een druk bezette markt: de concurrentie is dan ook hard. “Iedereen werd hier al bediend, dus we zijn onvermijdelijk op het terrein van de collega’s gekomen. Voor een stuk is dit een verdringingsmarkt. En dan moet je zorgen dat je de dingen beter doet dan je concurrenten.” De vlaggenschipvestiging is in die context een stevig visitekaartje: “Hiermee maken we duidelijk dat we hier zijn gekomen om te blijven. Voor alle duidelijkheid: 80% van onze bestellingen wordt geleverd, slechts 20% wordt hier afgehaald. Dat was ook het plan.” In de zelfbedieningsgroothandel kunnen ondernemers inspiratie komen opdoen, producten ontdekken, advies krijgen of kookdemo’s meemaken.
Sligro-ISPC positioneert zich iets hoger in de markt dan collega’s als Metro en Hanos, met een breder en dieper assortiment, een betere service en een performante logistiek. “ISPC was vooral gekend om zijn ‘high end’ aanbod voor de betere restaurants. Met het Sligro-assortiment daarbij kunnen we nu ook het middensegment en de frituren bedienen, maar de onderkant van de markt nemen we niet mee.”
Specialisten
Ook al is prijsconcurrentie in zo’n markt een onvermijdelijk gegeven, braderen wil Sligro niet. “Je mag geen appelen met peren vergelijken. Het gaat altijd om prijs-kwaliteitverhouding. De ene biefstuk is de andere niet, dat moeten we goed uitleggen. Onze salesmensen zijn daarin beslagen. Hier werken mensen die een ruime horeca-ervaring hebben, of die echte specialisten zijn in hun vak. We hebben hier een slager, een sommelier, een barista, een kaasmeester… Dat is nodig ook, ze moeten kunnen meepraten op het niveau van onze klanten. We gaan meer kookdemo’s geven en onze klanten op de hoogte houden van de nieuwste trends.”
In Nederland staat Sligro bekend om zijn sterke opleidingsaanbod. Dat komt ook naar België, belooft de topman. “Dat is toch het mooie van dit vak: het is nooit af, je leert altijd iets bij. De wereld wordt groter, je ontdekt nieuwe smaken, nieuwe bereidingswijzen… Vandaag zie je dat consumenten een lichter verteerbare keuken verkiezen, met kleinere porties en meer vegetarische opties. De tijd dat een restaurant reclame maakte met de belofte dat je een steak van wel 350 gram op je bord kreeg, is nu echt voorbij: daar draait het niet meer om. Vandaag gaat het om unieke smaken, een goed gevoel, geen overdaad, een fijne avond.”
Expansieplannen
In België werkt Sligro onder twee namen met een aparte positionering: Java Foodservice blijft de merknaam waarmee het bedrijf de institutionele markt bewerkt, onder de dubbele naam Sligro-ISPC bedient de foodservicespecialist de horeca in de brede zin. ISPC is een bekend merk met een uitstekende reputatie, dat kapitaal wil Sligro niet zomaar overboord gooien.
Het beursgenoteerde familiebedrijf is razend ambitieus en volop in verandering: “Als je de ambitie hebt om buiten Nederland te groeien, dan moet je je structuren aanpassen. Er heerst hier een gigantische dynamiek. Sligro doet echt álles voor de klant, dat gaat heel ver. Maar je moet je ook afvragen of het houdbaar is. Het is heel mooi dat je klanten wil blijven toelaten om te bestellen zonder artikelnummers, per telefoon of per fax. Niet alle ondernemers willen onze webshop gebruiken. Maar dan heb je dus mensen nodig die de telefoon opnemen, die de fax overtikken… Je maakt bovendien onvermijdelijk fouten bij die manuele processen. Blijft dat betaalbaar?” De komende maanden gaat het bedrijf in elk geval de stap zetten naar één SAP-platform.
De ISPC-vestigingen in Luik en Gent worden ook omgebouwd naar het model van het vlaggenschip in Antwerpen – weliswaar op hun bestaande en wat kleinere oppervlakte. Daarnaast koestert Sligro-ISPC ambitieuze expansieplannen in België: de eerstvolgende opening komt er in Brugge, verder staan zowel het noorden als het zuiden van Brussel op de planning, net als Hasselt en Kortrijk. “Voor elk van die locaties hebben we al grond gekocht of hebben we een optie”, zegt Petit-Jean. “Wees maar zeker: het is Sligro menens!”
Overweldigend aanbod
We bezoeken met directeur Rudi Petit-Jean de indrukwekkende zelfbedieningsgroothandel in Antwerpen. Die heeft qua insteek de sterke troeven van het Nederlandse concept overgenomen, maar legt toch ook eigen accenten. Op het vlak van verlichting bijvoorbeeld: “We hebben onder meer gekozen voor een warmere lichttemperatuur in de versmarkthal, een meerwaarde voor de uitstraling. Op de diepvriesafdeling zit de verlichting in de meubels, waardoor de producten veel beter tot hun recht komen.” Belgische producten krijgen een bevoorrechte plaats in de rekken, ze liggen altijd in de looprichting.
Je kan wel spreken van een overweldigend aanbod: bezoekers vinden hier liefst 37.000 referenties. Sligro-ISPC zet daarbij sterk in op informatie en advies. Op de koffie-afdeling bijvoorbeeld vertelt een interactieve tafel het verhaal van verschillende koffiesoorten en -concepten. Dé blikvanger is de immense vershal, met onder andere een prachtige visafdeling – verzorgd door het eigen visbedrijf van de groep, Océan Marée. Vlees is er in grote technische stukken, maar net zo goed in portieverpakkingen. De mooie kaasafdeling biedt een enorme keuze, net als de gekoelde hal voor groenten en fruit.
Op elke afdeling vind je proevertjes. Ongezien is de variatie in pasta en rijst. Op de afdeling specerijen kunnen koks hun eigen mélange samenstellen. Je vindt in de zaak ook een bijzonder uitgebreid aanbod speciale bieren in uiteenlopende formaten, en exclusieve wijnen – de duurste optie is de Unico van het vermaarde Spaanse wijnhuis Vega Sicilia, voor een ronde 235 euro. Het assortiment beperkt zich echter niet tot voeding: op de verdieping vinden ondernemers álle mogelijke non-food voor de uitrusting van hun restaurant: van bestek en servies over keukenapparatuur tot tafels en stoelen.