In de nasleep van de overnamepoging door Kraft Heinz heeft Unilever een aantal plannen gelanceerd om zijn aandeelhouders tevreden te houden. Zo zal het de komende jaren harder besparen, eigen aandelen inkopen en zijn smeersels definitief van de hand doen.
Weinig groei
Dat Unilever zijn smeersels, met merken als Bona en Becel, wilde verkopen was al een tijdje geweten. Daarbij wordt nu bekeken of die tak van het bedrijf volledig verkocht wordt, of gewoon in een apart bedrijf wordt ondergebracht. CEO Paul Polman laat in ieder geval verstaan dat de tak in de toekomst niet langer deel zal uitmaken van de groep. Beleggers zijn al langer voorstander van de verkoop van de smeerselstak, omdat die nog maar weinig groei kan voorleggen.
Daarnaast wordt er ook werk gemaakt van hogere winsten voor de aandeelhouders. Zo moet het dividend met 12% de hoogte in en wordt er voor vijf miljard euro aan eigen aandelen ingekocht. Bovendien wil het bedrijf mogelijk af van de dubbele hoofdkantoren in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Die juridische structuur zou toekomstige veranderingen mogelijk in de weg kunnen staan en met de brexit zal dat er in ieder geval niet eenvoudiger op worden. Het blijft wel afwachten welke nationaliteit bij Unilever dan de voorkeur krijgt.
Meer wegsnijden
Bovendien wordt er de komende jaren harder bezuinigd dan eerst het idee was. Oorspronkelijk wilde Unilever in de periode 2017-2019 vier miljard euro kosten besparen. Dat bedrag wordt nu opgetrokken tot zes miljard euro, al moet Unilever de komende drie jaar ook wel 3,5 miljard euro investeren in die besparingsprogramma’s.
De veranderingen in de strategie zijn een charmeoffensief richting een aantal ontevreden aandeelhouders, die zich na het afgeslagen overnamebod van Kraft Heinz roerden. Die groep aandeelhouders vraagt al langer om meer werk te maken van winsten op korte termijn, terwijl Unilever al langer een strategie voert die vooral op de lange termijn mikt.